Islamitische veroveringen
historisch proces vanaf de 7e eeuw / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De islamitische veroveringen zijn alle geslaagde veldtochten onder leiding van de islamitische profeet Mohammed en zijn opvolgers, de kaliefen, van 622 (de hidjra) tot de afschaffing van het laatste, Ottomaanse kalifaat in 1924. Onder Mohammed en de eerste drie Rechtgeleide Kaliefen (622-656) werden het Arabisch Schiereiland, Mesopotamië, Perzië, Palestina, Syrië en Egypte veroverd, maar de Eerste Fitna (656-661) verbrak de eenheid en scheurde de islam in twee stromingen, soennisme en sjiisme. De soennitische Omajjaden overwonnen en vestigden een wereldrijk dat zich op zijn hoogtepunt uitstrekte tot Iberië in het westen en tot India in het oosten. Vanaf 750 verdween door de machtsovername van het kalifaat van de Abbasiden ook de politieke eenheid van de moslims doordat verschillende dynastieën elkaar bestreden en vanaf 929 stichtten de gevluchte Omajjaden in Al-Andalus een tegenkalifaat te Córdoba.