Aranyosszék
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Aranyosszék (Latijn: Sedes Aurata); (Roemeens: Scaunul Arieşului) was een autonoom Hongaars gebied (een zogenaamde stoel) in Transsylvanië bewoond door de Szeklers die leefden in de vallei van de rivier de Arieş (Hongaars: Aranyos).
De vrije Székely-Hongaren kregen een deel van de landerijen die behoorden tot de koning van Hongarije rond het oude Turda kasteel (nu een ruïne, in de omgeving van Moldovenești), als dank voor hun hulp in de strijd tegen de Mongolen. Rond het jaar 1270 vestigde de Széklers zich in 21 dorpen in het gebied. Het is hiermee het jongste Székely- territorium (het Székelyföld werd eerder bevolkt).
Het centrum van de Aranyosszék was een kleine marktstad (oppidum), Felvinc, nu Unirea in het district Alba.
Aan het eind van de negentiende eeuw werd het administratieve systeem van het Koninkrijk Hongarije gewijzigd en werd Aranyosszék onderdeel van het comitaat Torda-Aranyos.
Vandaag de dag is het gebied onderdeel van de districten Alba en Cluj in Roemenië.
Călărași (Cluj) (Hongaars: Harasztos) heeft naast Moldovenești (Hongaars: Várfalva) vandaag de dag nog een Hongaarse meerderheid.