Belgische spoorwegenkwestie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Belgische spoorwegenkwestie was een Belgisch-Frans conflict in in het voorjaar van 1869. De Compagnie des chemins de fer de l'Est, een Franse spoorwegmaatschappij, wilde de spoorlijnen van de Grande Compagnie du Luxembourg en de Compagnie du chemin de fer Liégeois-Limbourgeois overnemen, gelegen in het oosten van België. De Belgische regering-Frère-Orban I vermoedde dat de Fransen daarmee indirecte invloed in België wilden verwerven, waardoor zij zich verzette tegen de overname.
De kwestie veroorzaakte commotie in beide landen en had het potentieel om tot een Europese crisis uit te groeien, net zoals de Luxemburgse kwestie in 1867. In Frankrijk werd een geheime inmenging van de Noord-Duitse Bond vermoed, terwijl het Verenigd Koninkrijk enerzijds een escalatie wilde vermijden, maar anderzijds ook België wilde beschermen. De kwestie werd opgelost door een compromis, gesloten in een Frans-Belgische commissie zetelend in Parijs. Onder Britse druk zag de Franse keizer Napoleon III hierbij af van de overname.