![cover image](https://wikiwandv2-19431.kxcdn.com/_next/image?url=https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/5/5c/Arthur_Wichmann_en_zijn_expeditieleden.jpg/640px-Arthur_Wichmann_en_zijn_expeditieleden.jpg&w=640&q=50)
Hendrikus Albertus Lorentz
Nederlands ontdekkingsreiziger en diplomaat (1871-1944) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Hendrikus Albertus Lorentz (Oudewater, 18 september 1871 - Klerksdorp (Zuid-Afrika), 2 september, 1944) was een expeditieleider in Nederlands Nieuw-Guinea en diplomaat in Zuid-Afrika.
![Thumb image](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/5/5c/Arthur_Wichmann_en_zijn_expeditieleden.jpg/640px-Arthur_Wichmann_en_zijn_expeditieleden.jpg)
Lorentz, zoon van een naar Nederland teruggekeerde tabaksplanter in Oost-Java, studeerde rechten en biologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Door zijn familie en een uitgebreid persoonlijk netwerk raakte hij gefascineerd door het nog vrijwel onbekende Nieuw-Guinea. In 1903 kon hij deelnemen aan de Noord-Nieuw-Guinea-expeditie die onder leiding stond van de Duitse geoloog C.E.A. Wichmann. Over deze reis publiceerde hij een vlot geschreven verslag voor een breed lezerspubliek. In 1907 leidde hij zelf een expeditie die bekend is geworden als Eerste Zuid-Nieuw-Guinea-expeditie; van 1909 tot 1910 was hij de leider van de zogenaamde Tweede Zuid-Nieuw-Guinea-expeditie. Deze twee expedities worden in de exploratieliteratuur ook vaak naar hem genoemd: de Lorentz-expedities. Over de tweede expeditie schreef Lorentz eveneens een boek. De drie expedities werden georganiseerd en financieel ondersteund door de Maatschappij ter Bevordering van het Natuurkundig Onderzoek der Nederlandsche Koloniën.
Na zijn reizen naar Nieuw-Guinea ging hij in diplomatieke dienst. Na een tijdlang gestationeerd te zijn geweest in Kopenhagen werd hij in 1916 benoemd tot viceconsul in Kaapstad, Zuid-Afrika. In 1921 werd hij bevorderd tot consul-generaal in Pretoria. Lorentz bevorderde de Nederlandse handel met Zuid-Afrika en verleende bijstand aan Nederlandse immigranten die in die jaren zich massaal in Zuid-Afrika vestigden. Hij was directeur van het "Nederlands Cultuurhistories Instituut" te Pretoria en voorzitter van het "Nederland - Zuid-Afrika Comité". De jaren na zijn pensioen in 1937 woonde hij met zijn vrouw en kinderen op zijn boerderij in Klerksdorp, waar hij ook overleed.