Orde van de Unie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Orde van de Unie is een ridderorde die in 1806 werd gesticht door Lodewijk Napoleon, koning van Holland.
Lodewijk Napoleon was zeer wispelturig, wat ondanks zijn korte bewind onder andere resulteerde in een zevental varianten van de orde. De vorm, rechtsgrond en versierselen van deze varianten zijn min of meer gelijk. Het gaat dan ook ondanks de verschillende namen om een en dezelfde orde.[1]
De verschillende varianten zijn:
- Orde van de Unie (12 december 1806 – 13 februari 1807)
- Koninklijke Orde van Verdiensten (12 december 1806 – 13 februari 1807)
- Koninklijke Orde van Holland (13 februari 1807 – 23 november 1807)
- Koninklijke Orde van de Unie (23 november 1807 – 6 februari 1808)
- Koninklijke Orde der Unie van Holland (zo genoemd in het decreet van 6 februari 1808)
- Koninklijke Orde der Unie (6 februari 1808 – 1 april 1811?).
De Orde van de Unie (1806-1807) en de Koninklijke Orde van Verdiensten (1806-1807) gingen op in de Koninklijke Orde van Holland (1807). Deze nieuwe orde werd vervolgens de Koninklijke Orde van de Unie (1807-1808) of de Koninklijke Orde der Unie van Holland (1808) en uiteindelijk de Koninklijke Orde der Unie (1808).
De chaotische geschiedenis van de orde heeft sommigen ertoe gebracht te stellen dat de Koninklijke Orde van Holland in 1807 werd opgeheven. Andere auteurs zoals Schutte, Van Zelm van Eldik en George Sanders benadrukken de continuïteit. Zij laten de in 1806 opgerichte orde tot na het opheffen van het Koninkrijk Holland bestaan. De continuïteit blijkt ook uit een brief,[2] men zou van een circulaire kunnen spreken, waarin aan Grootkanselier Van der Goes van Dirxland wordt uitgelegd dat al deze orden in werkelijkheid één enkele orde zijn.