SBV Vitesse
Nederlandse voetbalclub uit Arnhem / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Vitesse Arnhem, officieel SBV Vitesse (Stichting Betaald Voetbal "Vitesse-Arnhem") algemeen bekend als Vitesse, is een Nederlandse profvoetbalclub uit Arnhem. De club is opgericht op 14 mei 1892. Sinds 1989 speelt Vitesse onafgebroken in de hoogste divisie. Tussen 1990 en 2002 was de club een stabiele subtopper in Nederland. Vervolgens kende Vitesse een zware tijd, nadat voorzitter Karel Aalbers noodgedwongen moest vertrekken. In 2010 werd Vitesse de eerste Nederlandse club die in buitenlandse handen kwam. Sindsdien behoren de Arnhemmers weer structureel tot de subtop in de Eredivisie. Vitesse werd nooit landskampioen, maar won in 2017 de KNVB beker. Op de UEFA-ranglijst van de beste clubs in Europa stond Vitesse op 14 oktober 2022 op de 113e plaats met een totaal van 11.000 punten.[3]
SBV Vitesse | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Stichting Betaald Voetbal "Vitesse-Arnhem" | |||||
Opgericht | 14 mei 1892 | |||||
Plaats | Arnhem | |||||
Stadion | GelreDome | |||||
Capaciteit | 21.248 - 25.000[1] | |||||
Complex | Sportcentrum Papendal | |||||
Algemeen directeur | Peter Rovers (a.i) | |||||
Technisch directeur | Benjamin Schmedes | |||||
Trainer | Edward Sturing | |||||
Clubtopscorer(s) | Jan Dommering (160) | |||||
(Hoofd)sponsor | BetCity | |||||
Kledingmerk | Robey | |||||
Begroting | 24.5 miljoen[2] | |||||
Competitie | Eredivisie (2023/24) | |||||
Prijzen | Eerste divisie: 2x KNVB Beker: 1× | |||||
Website | www.vitesse.nl | |||||
Trainingscomplex op Papendal | ||||||
| ||||||
Geldig voor 2023/24 | ||||||
Vitesse in het seizoen 2023/24 | ||||||
Vitesse in het seizoen 2022/23 | ||||||
|
Vitesse speelt zijn thuiswedstrijden in stadion GelreDome, dat plek biedt aan ruim 21.000 toeschouwers. De traditionele uitrusting van Vitesse bestaat uit een verticaal gestreept geel-zwart shirt, gebaseerd op de kleuren van de provincie Gelderland en van de familie Van Pallandt.
Arnhemsche cricket- en voetbalvereeniging Vitesse (1887-1891)
De oorsprong van Vitesse, een van de oudste voetbalclubs in Nederland, kan worden herleid tot het jaar 1887, toen de Arnhemsche cricket- en voetbalvereeniging Vitesse werd opgericht door een groep jonge mannen die eerder cricket speelden op de Rijnkade. [4][5][6] De naam Vitesse werd bedacht in het huis van oprichter en speler Frits Couvée, gelegen aan de Parkstraat 84 in het Spijkerkwartier. De keuze voor de Franse term 'Vitesse,' wat 'snelheid' betekent, weerspiegelde de voorkeur van de oprichters voor een meer elitaire en elegante benaming. Het oorspronkelijke Vitesse floreerde gedurende bijna vijf jaar, tot november 1891, toen de vereniging werd opgeheven vanwege het gebrek aan een geschikt speelveld. De locatie in Klarenbeek, waar de vereniging eerder gebruik van maakte, werd omgezet in een wielerbaan, waardoor Vitesse haar activiteiten niet kon voortzetten.
Invloed van Engelse Tradities
De opkomst van cricket in Nederland in de 19e eeuw werd beïnvloed door Engelse tradities, vooral via kostschoolonderwijs. Onder leiding van Sergeant Thomas Johannes Klinkspoor werd in 1883 de eerste cricketclub in Arnhem opgericht, genaamd "Arnhemsche Cricket Club" (ACC), wat de weg vrijmaakte voor verdere cricketactiviteiten in de regio. [7]
Cricket en Voetbal Samen
Naast cricket speelde Vitesse ook voetbal, wat blijkt uit verslagen van wedstrijden in de jaren 1880. De club nam deel aan wedstrijden tegen teams zoals Go-Ahead uit Wageningen, wat toen al een combinatie van cricket en voetbal was. In maart 1889 vond een voetbalwedstrijd plaats tussen "de beste voetballers van Arnhem en Velp" en Go-Ahead, wat suggereert dat Vitesse een actieve rol speelde in de vroege ontwikkeling van het Nederlandse voetbal.
Toetreding tot Bonden
Op 4 oktober 1890 trad Vitesse toe tot de Nederlandsche Voetbal- en Athletiek Bond, waarbij de club werd ingedeeld in de competitie van tweede klasse-clubs. Hoewel het onbekend is of Vitesse ooit wedstrijden speelde volgens het opgestelde schema, markeert deze stap de formele betrokkenheid van Vitesse bij de georganiseerde voetbalsport in Nederland. Tegelijkertijd was Vitesse ook erkend als tweede klasse-club door de Nederlandsche Cricket Bond.
Pim Mulier's Perspectief op Vitesse's Beginjaren
Pim Mulier, een pionier in de Nederlandse sportgeschiedenis, wierp zijn blik op de vroege jaren van Vitesse (1887-1893). In zijn boek Cricket, uitgebracht in 1897, beschreef Mulier dat Vitesse, opgericht in april 1887, volgens hem speelde in de kleuren rood en wit. De impuls voor de oprichting kwam van Siegfried Anne Leopold, een geboren Arnhemmer die aanvankelijk diende als secretaris en later, vanaf de zomer van 1890, als president van Vitesse. Leopold, ook betrokken bij het latere 'nieuwe' Vitesse als cricketer, voetballer, doelman, en de allereerste captain, bekleedde de voorzittersfunctie van maart tot november 1893.
Mulier meldde dat Vitesse in zijn beginjaren, met aanvankelijk dertig werkende leden en later zelfs tachtig, cricket speelde op verschillende locaties, waaronder "den Boulevard," Velp, en uiteindelijk op het Sport- en Tentoonstellingsterrein aan de Velperweg, dat al sinds augustus 1887 bestond maar waarschijnlijk pas twee jaar later voor het eerst door Vitesse werd gebruikt. Deze inzichten van Mulier werpen een historisch licht op de vroege dagen van Vitesse, een van de oudste voetbalclubs in Nederland. [8] [9]
Kampioen van het oosten (1892-1922)
Vitesse wordt op 14 mei 1892 (her-)opgericht als cricketclub door zestien scholieren van het gymnasium en de HBS. De oprichters zijn afkomstig uit de gegoede stand en konden zich veroorloven duur cricketmateriaal aan te schaffen. Onder deze scholieren bevonden zich ook vier Indische neefjes Dezentjé. Frans Dezentjé (geb. 1874) werd gekozen als eerste voorzitter van Vitesse.[10] Als speellocatie worden de weilanden aan de noordzijde van Arnhem nabij de Molenbeekstraat uitgekozen. Op 19 juni 1892 wordt de eerste officiële cricketwedstrijd gespeeld in Barneveld; tegen Be Quick volgt een overwinning met 51 runs. Op 10 september 1892, tijdens een vergadering in gebouw Tivoli aan de Velperweg, besloot het bestuur om naast cricket ook weer voetbal te gaan spelen, met als belangrijkste argumenten dat cricket niet zo makkelijk te leren is als voetbal en de kosten van het cricketmateriaal. Op het terrein van de IJsclub achter de Boulevard Heuvelink wordt zomers cricket gespeeld en voetbal in de lente en de herfst. In het najaar van 1892 speelt Vitesse zijn eerste voetbalwedstrijd tegen de Nijmeegsche Football Club (N.F.C.); Vitesse verliest met 2-0. Gedurende de winter van 1893/94 speelt Vitesse op een veld binnen de Planten- en Vogeltuin en op een weide van landgoed Bronbeek. Twee jaar lang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat in 1894 de Gelderse competitie van de Nederlandse Voetbal Bond (NVB) van start gaat. Met het spelen van competitievoetbal komt het spelen van cricket ten einde. De eerste competitiewedstrijd speelt Vitesse uit tegen Victoria in Den Bosch. Na een ruststand van 0-7 wint Vitesse met 0-17. Doelpunten werden gemaakt door Edmond Dezentjé, Bernard Dezentjé, Willem Hesselink, Hendrik Deelken en Eli Dezentjé.
Omdat er een boom in het midden van het veld stond was het spelen van officiële wedstrijden op Bronbeek niet toegestaan. Zodoende verhuisde Vitesse vanaf december 1894 noodgedwongen naar de Paasweide, aan de overkant van de Rijn. Hier organiseert Vitesse in 1895 ook de eerste internationale voetbalwedstrijd, tussen een oostelijk elftal en Maidstone uit Engeland. In 1895 en 1896 wordt Vitesse kampioen van de Gelderse competitie; promotie volgt naar de Eerste klasse Oost die in het leven werd geroepen. In de zomer van 1896 verlaat de club de Paasweide voor het middenterrein van Klarenbeeks wielerbaan; deze wielerbaan wordt in 1898 gesloopt waardoor meer ruimte voor het voetbal ontstaat. Sportief gaat het Vitesse goed, met het behalen van het kampioenschap in de Eerste klasse Oost in 1897, 1898, 1903, 1913, 1914 en 1915, waarmee ze zich vanaf 1898 plaatsen voor de nationale kampioenscompetitie. Het kampioenschap werd echter niet behaald en men moest genoegen nemen met vijf tweede plaatsen. Op 15 januari 1899 speelt Vitesse zijn eerst wedstrijd in het buitenland. Als eerste Nederlandse vereniging speelde de Arnhemmers in Duitsland tegen Duisburger TfE 1848, een duel dat eindigt in 0-6. Van het seizoen 1894/95 tot en met het seizoen 1899/00 speelde Vitesse in een wit tenue met een diagonale blauwe baan, verwijzend naar de stadskleuren van Arnhem. Op 27 augustus 1900 werd in de bestuursvergadering besloten de clubkleuren te wijzigen in geel en zwart.
In 1912 haalde Vitesse voor het eerst de finale van het Nederlands bekertoernooi. Op het R.A.P.-terrein in Amsterdam verloren de Arnhemmers met 2-0 van HFC Haarlem. In deze periode had Vitesse de beschikking over topspelers zoals Willem Hesselink en Just Göbel die ook actief waren in het Nederlands elftal. In 1914 werd John Willie Sutcliffe de eerste buitenlandse trainer.
Op 31 mei 1914 komt Vitesse nog het dichtst bij een kampioenschap van Nederland. In een strijd met Willem II en HVV gaat Vitesse na drie van de vier wedstrijden met zes punten aan de leiding. De beslissende wedstrijd werd de uitwedstrijd in Den Haag tegen de nummer twee HVV, dat aan een kleine zege genoeg zou hebben voor het kampioenschap. 2000 meegereisde Vitesse-supporters zagen hun club in de eerste helft op voorsprong komen door Willem Hesselink. In de tweede helft bracht Guus de Serière de spanning terug in de wedstrijd door een gelijkmaker te produceren. Bij deze gelijke stand mocht Lex Staal even later een strafschop nemen, de aanvoerder van Vitesse faalde echter door de bal over de lat te schieten. De 1-1 stand hield lang aan, waardoor een kampioenschap steeds dichterbij kwam voor de Arnhemmers. Dezelfde Guus de Serière gooide echter roet in het eten door slechts één minuut voor het laatste fluitsignaal uit een rebound de beslissende treffer te maken voor HVV.[11]
Door de Eerste Wereldoorlog zag de NVB geen mogelijkheid om een normale competitie te organiseren; in plaats van in klassen werden de clubs in het seizoen 1914/15 door nood ingedeeld in groepen. Vitesse was zoals alle Oostelijke clubs ingedeeld in groep A. Door gebrek aan concurrentie sloot Vitesse met gemak de groep winnend af, waarna het voor het Nederlands kampioenschap twee wedstrijden tegen Sparta, de winnaar van groep B, mocht spelen. Na een 2-1 zege in Arnhem volgde een 4-1 nederlaag in Rotterdam; een beslissingswedstrijd was noodzakelijk. Sparta won op 6 juni 1915 op Amsterdams terrein overtuigend met 3-0, waardoor Vitesse wederom een kampioenschap misliep.
In 1915 huurt Vitesse een stuk land van de gemeente Arnhem waarbij de gemeente zorgt voor de aanleg van een nieuwe speelveld. Vervolgens wordt het clubhuis en de tribune van Klarenbeek naar het nieuwe onderkomen overgeplaatst. Op 26 september 1915 vindt de opening van stadion Monnikenhuize plaats met een wedstrijd tegen Noordelijke Zwaluwen, een duel dat eindigt in 3-3. In de zomer van 1916 pakte verschillende spelers, die ook uitkwamen in het voetbalelftal, cricket opnieuw op. Jarenlang speelde Vitesse alleen vriendschappelijke wedstrijden, totdat Vitesse in 1923 deelneemt aan de Tweede Klasse van de oostelijke cricketcompetitie. In 1928 valt definitief het doek voor de cricketsport bij Vitesse.
Na het seizoen 1914/15 kende het voetbalelftal van Vitesse een terugval, en werd er vijf seizoenen lang tegen degradatie gestreden. Ondanks een opleving in het seizoen 1920/21, waarin een vierde plaats werd behaald, gebeurde op 30 april 1922 het onvermijdelijke: Vitesse degradeerde na 25 jaar verblijf uit de eerste klasse.
Wisselend succes (1922-1954)
Vitesse hoefde niet lang te wachten op een rentree in de eerste klasse, na het kampioenschap van de Tweede Divisie B won Vitesse ook zijn beide promotiewedstrijden tegen Rigtersbleek, de kampioen van de tweede klasse C. Onder de Engelse trainer Robert William Jefferson presteerde Vitesse tussen 1924 en 1927 goed met een achtereenvolgens 3e, 4e en 5e eindranking in de eerste klasse en in 1927 haalde Vitesse zelfs de bekerfinale, die zij echter met 3-1 verloor van VUC. Jeffersons vertrek voor aanvang van het seizoen 1927/1928 kwamen de resultaten niet ten goede. In 1925 won Vitesse in Engeland met 3-2 van West Ham United. Voor de eerste keer in de Nederlandse voetbalgeschiedenis wordt een Engelse voetbalclub, uit de eerste klasse, verslagen door Nederlandse amateurs. Drie jaar later speelde Vitesse internationale wedstrijden tegen Wimbledon FC en Club Français uit Frankrijk. Vitesse bivakkeerde de seizoenen erna weer in de onderste regionen van de competitie, waar het in het seizoen 1930/31 zelfs ternauwernood ontsnapte aan degradatie. Aan de hand van de Duitse trainer Heinrich Schwarz krabbelde Vitesse weer langzaam omhoog. De coach gaf veel jeugdige spelers een kans die later uitgroeiden tot voor Vitesse belangrijke spelers, zoals Kees Meeuwsen, Jan Dommering en Johan Ricken. In het seizoen 1932/33 eindigde Vitesse 3e en ook het daaropvolgende seizoen werd met de 5e plaats een prima resultaat behaald. In 1935 ging het echter weer mis; Vitesse degradeerde na een dramatisch seizoen, mede door het overlijden van speler Piet Tonneman, naar de tweede klasse.
In de jaren daarop maakte Vitesse door onder andere de Tweede Wereldoorlog een sportief mindere periode mee die tot 1946 zou duren. Het lukte Vitesse maar niet om te promoveren. Vier keer eindigde de club als tweede (1936, 1937, 1939 en 1942), twee keer als derde (1938 en 1940) en in 1941 en 1944 wist Vitesse na het kampioenschap zijn promotiewedstrijden niet te winnen. Op 19 oktober 1941 scoorde Nico Westdijk 9 doelpunten voor Vitesse tegen De Treffers. Vitesse won die wedstrijd met 11-0. Daarmee bemachtig Westdijk een clubrecord dat nog altijd stand houdt. In 1942 viert Vitesse zijn 50-jarig jubileum met een defilé in Monnikenhuize. Onder toeziend oog van de Duitse bezetters vormen de spelers een enorme V van Vrijheid en Victorie. De Duitsers zagen de V alleen als een symbool voor de naam Vitesse. Op een gegeven moment werd sport in de open lucht in heel Nederland verboden, er was daardoor geen competitie of bekertoernooi. Vitesse speelde dit seizoen alleen enkele oefenwedstrijden, in de periode voor aanvang van de gevechtshandelingen. Door de Slag om Arnhem in september 1944 verordonneerde de Duitse Wehrmacht de burgers van Arnhem om hun stad te verlaten. Van het voetbalveld bleef weinig over, en kort na de bevrijding brandde het clubhuis af. De spelers moesten daardoor omkleden in de kelderruimte van de familie Heyneker, die tegenover het stadion woont en in de garage van de familie Dorpmans. De schade werd in de jaren na de bevrijding hersteld, waarbij een nieuw clubhuis in mei 1947 in gebruik zou worden genomen.
Pas in het seizoen 1945/46, het jaar na de bevrijding, werd Vitesse kampioen van de Tweede Divisie om vervolgens ook de promotie-competitie winnend af te sluiten. In 1948 besluit de gemeenteraad een nieuw stadion voor Vitesse te bouwen. Het nieuwe stadion wordt gebouwd aan de noordkant van de Monnikensteeg. Gepland zijn een hoofdveld en twee bijvelden. Bij de bouw van het stadion wordt handig gebruikgemaakt van de hoogteverschillen. Zo wordt er in de noordwesthoek van het veld boven op een helling de kleedkamers en clubhuis gebouwd. Om vanuit de kleedkamers het hoofdveld te betreden moet er via een spelerstrap afgedaald worden. In anderhalf jaar wordt het stadion gebouwd.
Op 10 april 1950 vond er een ongeluk plaats op Monnikenhuize. Voor de promotiewedstrijd tegen Rheden worden er diverse noodtribunes geplaatst. Twee tribunes waren niet opgewassen door de vele bezoekers en is uiteindelijk ingestort. Er vallen veel gewonden, maar desondanks gaat de wedstrijd gewoon door. Vitesse wint met 3-1 en promoveert naar de eerste klasse. De jonge spelers van Vitesse deden goed mee in de Eerste Klasse. Sjaak Alberts is als spelers van de Vitesse jeugd uitgegroeid tot een vertrouwde gezicht in de achterhoede. Als aanvoerder behaalde hij deze periode samen met Wim Hendriks het Nederlands Elftal.
Op 3 september 1950 opent burgemeester Matser stadion Nieuw-Monnikenhuize officieel.
In het seizoen 1952/53 pakte Vitesse zelfs de titel in de Eerste Klasse B. Daarna speelden de Arnhemmers wedstrijden voor het kampioenschap van Nederland tegen FC Eindhoven, Sparta Rotterdam en RCH. De Vitesse spelers van trainer Jan Zonnenberg kwamen echter wat te kort, en RCH ging met de landstitel naar huis. In 1952 vierde Vitesse zijn 60-jarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan vond een evenement plaats in het Musis Sacrum met orkest. De hele week werden er diverse activiteiten gehouden in Arnhem, onder andere een erewedstrijd tegen Daring Club de Bruxelles.
Eerste decennia betaald voetbal (1954-1984)
Doordat de KNVB wilde vasthouden aan het amateurisme vertrokken veel spelers uit de Eerste Klasse naar het buitenland, aangezien het verder in Europa allang was toegestaan om spelers te betalen. Ook vertrokken er veel spelers naar de nieuw opgerichte Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB), die in de zomer van 1954 een eigen competitie begonnen. Dit was ook het geval bij Vitesse, er vertrokken zeven spelers naar De Graafschap die toen voor de NBVB uitkwamen. Deze leegloop van spelers van de vaderlandse competitie had als gevolg dat het niveau schrikbarend daalde. Hierdoor kon de KNVB niet anders dan ook betalingen toe te staan. Op 27 augustus 1954 besloot het bestuur van Vitesse betaald voetbal te gaan spelen. Deze periode was voor Vitesse geen makkelijke periode. Trainer Joseph Gruber sleepte de club door deze moeilijke periode heen. Deelname aan de Hoofdklasse in het seizoen 1955/56 was een mooi resultaat.
Op 2 september 1956 werden de Eredivisie en de Eerste divisie in het leven geroepen. De eindstand bepaalde dat Vitesse in de Eerste divisie mocht uitkomen. In het seizoen 1959/60 was de deelname aan de promotiewedstrijden het hoogtepunt. In 1962 werd Vitesse terug gezet naar de Tweede Divisie omdat men met één Eerste Divisie wilde gaan spelen in plaats van twee. Na de terugkeer van trainer Joseph Gruber in 1964 ging het sportief weer beter.
In 1966 werd het kampioenschap van de Tweede Divisie behaald en volgde er promotie naar de Eerste divisie. Door een gelukkig toeval promoveerde Vitesse met spelers zoals Joop Heezen en Dick Mulderij zelfs in 1971 naar de Eredivisie. Vitesse profiteerde van het feit dat ADO en Holland Sport fuseerden tot FC Den Haag, waardoor er een plek vrijkwam in de Eredivisie. Op 19 mei 1972 verloor Vitesse uit tegen de landskampioen Ajax met 12-1. De nederlaag is een competitierecord uit de clubhistorie van Vitesse. Het was tot 24 oktober 2020 ook de grootste nederlaag uit de historie van de Eredivisie. Vitesse eindigde op de 18e en tevens laatste plek door maar 17 punten te halen, evenveel als de nummer 17 FC Volendam, wiens doelsaldo echter beter dan dat van Vitesse was.
Diverse keren nam Vitesse deel aan de nacompetitie, maar promotie zat er niet in. In 1977 werd onder leiding van trainer Henk Wullems en mede dankzij spelers zoals Herman Veenendaal, Willy Veenstra, Henk Bosveld, Boško Bursać, Bennie Hofs en Peter Boeve het kampioenschap van de Eerste divisie behaald. Drie seizoenen verbleef Vitesse in de Eredivisie tussen half 1977 en half 1980, waarna het in 1980 degradeerde naar de Eerste divisie.
De opmars onder Aalbers (1984-2000)
Organisatorisch is het jaar 1984 memorabel. Al vanaf 1982 liep het tussen de voorstanders van het betaald voetbal en de leden, die het opnamen voor de amateurs en de jeugd, niet goed en leidde dat in 1984 tot verzelfstandiging van het betaald voetbal. De amateurs gingen verder als Vitesse 1892 en verhuisden later naar sportcomplex Valkenhuizen aan de Beukenlaan.
De profafdeling had een moeilijke start. Vitesse vreesde voor haar voortbestaan door een schuldenlast uit het verleden. Een financiële bijdrage van onder andere de gemeente Arnhem was noodzakelijk om betaald voetbal voor Arnhem te behouden. Om de gemeente te overtuigen moest de Arnhemse bevolking openlijk laten zien dat zij liefde hadden voor Vitesse, omdat voorzitter Karel Aalbers dan een troef richting de gemeente zou hebben waar hij had aangeklopt voor 200.000 gulden. Aalbers deed met een microfoon op de middenstip een beroep op de bevolking. Op 21 april 1985 mocht iedereen gratis de wedstrijd bezoeken tegen VVV-Venlo (3-0). Er kwamen liefst zevenduizend mensen naar het stadion. Uiteindelijk ging de gemeente op 17 juni 1985 tóch overstag met 20 stemmen voor en 17 tegen. Vitesse kon zich weer op de toekomst richten. Aalbers kwam met beleidsplannen voor de aansluiting met de vaderlandse top, de Europese subtop en voor de bouw van een nieuw stadion in Arnhem-zuid. Hoofdsponsor NUON zorgde voor de financiering.
In seizoen 1988/89 werd de club onder leiding van Aalbers en trainer Bert Jacobs kampioen van de Eerste Divisie en promoveerde hiermee naar de Eredivisie. In het eerste seizoen op het hoogste niveau weet de club direct als vierde te eindigen in de Eredivisie. In de KNVB bekerfinale verliezen ze wel tegen PSV, maar het bevestigt dat Vitesse in nationaal opzicht begint mee te tellen. In de jaren erna eindigde Vitesse altijd bij de eerste zes en werd er negen maal deelgenomen aan het UEFA-Cup toernooi, waarin Vitesse memorabele wedstrijden heeft gespeeld tegen onder andere Real Madrid, Internazionale, SC Braga en Sporting Lissabon. Daarnaast werden diverse spelers uitgenodigd voor het Nederlands Elftal.
Op 25 maart 1998 werd het stadion GelreDome, met een capaciteit van 25.000 zitplaatsen, feestelijk geopend. Eerste doelpuntenmaker werd Dejan Čurović, die ook al het laatste doelpunt in Nieuw-Monnikenhuize maakte. Ondertussen finishen de Arnhemmers met trainer Henk ten Cate als derde, de hoogste klassering ooit in de clubhistorie. Nikos Machlas won met 34 competitiedoelpunten de Gouden Schoen.[12]
FC Hollywood aan de Rijn (2000-2010)
Op 15 februari 2000 werd voorzitter Aalbers afgezet wegens vermoedelijke fraude. Na zijn vertrek rezen de schulden tot grote hoogte, tijdens het bewind van Aalbers waren deze schulden (tegenvallende transferinkomsten, bouw van duur stadion) nog niet aan het licht gekomen. Mede door de hulp van de Vrienden van Vitesse, de gemeente Arnhem en de provincie Gelderland werd Vitesse gered van een faillissement.
De Europese campagne van Vitesse in het seizoen 2002/03 overtrof vervolgens alle verwachtingen. In de eerste ronde van de UEFA Cup speelde Vitesse toen tegen Rapid Boekarest. Na de 1-1 in Arnhem volgde een knappe 1-0 uitoverwinning, waardoor Vitesse zich plaatste voor de volgende ronde. Daarin zou de Arnhemse ploeg zich ontdoen van Werder Bremen, waarna Liverpool FC een einde maakte aan het Europese avontuur van Vitesse in dat seizoen.
Door het uitblijven van succes in de competitie en het niet meer halen van Europees voetbal, namen de schulden van Vitesse sterk toe. De financiële perikelen kwamen de resultaten op het veld niet ten goede. Vitesse zakte in de daaropvolgende jaren af richting degradatiezone. Ondertussen werd er geld geleend van de gemeente, en met surseance terugbetaald.
In 2008 werd zakenman Maasbert Schouten – dan hoofdsponsor met AFAB – voor 20 procent aandeelhouder om de club financieel te steunen. Een jaar later zat Vitesse wederom krap bij kas. Hij steunde de club opnieuw met een lening, op voorwaarde dat hij de overige aandelen ook in handen kreeg als de club niet aan zijn betalingsplicht kon voldoen. Dat bleek in 2010 aan de orde, waardoor Schouten voor 99 procent eigenaar werd van Vitesse. Schouten ging direct op zoek naar een passende koper. In augustus 2010 verkocht Schouten zijn aandelen aan de Georgische zakenman Merab Zjordania. Vitesse was als eerste Nederlandse club ooit in buitenlandse handen gekomen. Zjordania had grootse plannen met Vitesse, dat volgens voormalig voorzitter Maasbert Schouten voor de landstitel wilde gaan. Het had echter weinig gescheeld of Vitesse was in het eerste jaar van Zjordania in de nacompetitie tegen degradatie beland. De club, destijds getraind door de Spanjaard Albert Ferrer, eindigde met de 15e plek net boven de degradatiestreep.
Vitesse in Russische handen (2011-2022)
De wederopstanding, met behulp van grote investeringen, werd op 20 mei 2012 bekroond met een ticket voor Europees voetbal. In het seizoen 2012/13 leidt Fred Rutten zijn ploeg naar een vierde plaats, wat bevestigt dat Vitesse in nationaal opzicht weer begint mee te tellen. Een ander bewijs daarvan is dat Wilfried Bony wordt uitgeroepen tot Voetballer van het jaar. Door een verschil van inzicht verliet Rutten de club. Peter Bosz volgt hem op als trainer en oogst vooral lof met zijn aanvallende speelstijl. Het bezoek aan het Philips Stadion in het seizoen 2013/14 levert Vitesse een zelden vertoonde 2-6 overwinning op tegen PSV. De club stond na al die goede resultaten nog steeds voor een financieel drama, waardoor Zjordania de club in oktober 2013 verkocht. De nieuwe eigenaar van de club werd de Russische miljardair Aleksandr Tsjigirinski.
Tastbaar succes komt er pas onder leiding van Henk Fraser. De trainer pakt in zijn eerste seizoen direct de KNVB Beker. De Arnhemmers waren, dankzij twee goals van Ricky van Wolfswinkel, met 2-0 te sterk voor AZ. Door de bekerwinst kwalificeerde Vitesse zich voor het eerst in de geschiedenis voor de groepsfase van de UEFA Europa League. Hierin werd al snel duidelijk dat de kloof met de rest van Europa te groot was voor Vitesse. Na drie nederlagen en twee gelijke spelen, sloot Vitesse het Europees avontuur winnend af tegen OGC Nice. De ploeg slaagde er niet in om te overwinteren en eindigde na zes wedstrijden met vijf punten. Op 11 april 2018 werd hoofdtrainer Fraser per direct ontslagen wegens teleurstellende resultaten. Edward Sturing nam de taken over tot het einde van het seizoen. Onder zijn leiding wist Vitesse alsnog Europees voetbal te halen. Na afloop van het seizoen kocht Valeri Ojf de aandelen van Tsjigirinski over.
De seizoenen 2018/19 & 2019/20 waren sportief geen hoogvliegers. Het daaropvolgende seizoen was een goed jaar voor Vitesse. De Duitse Thomas Letsch werd aangesteld als hoofdtrainer. Hij wist mooie successen neer te zetten in Arnhem. In zijn eerste seizoen werd zowel de vierde plaats in de Eredivisie als de bekerfinale behaald. In de Rotterdamse Kuip werd de finale nipt verloren van AFC Ajax (2-1). In het seizoen 2021/22 wist Vitesse tot grote hoogte te stijgen in een onvergetelijke Europese campagne. De Arnhemmers bereikten de achtste finales van de UEFA Conference League, waarin AS Roma pas in de blessuretijd voor uitschakeling zorgde (0-1 en 1-1). Onderweg waren clubs als Dundalk FC, RSC Anderlecht, NŠ Mura en Tottenham Hotspur FC al opzij gezet. Later sneuvelde Rapid Wien (2-0 en 2-1). Na de uitschakeling tegen AS Roma ging het in de competitie een stuk minder goed met Vitesse. Uiteindelijk leidde Letsch Vitesse naar de zesde plaats, maar de finale van Play-offs om Europees voetbal werd verloren.
Onder druk van de Russische invasie van Oekraïne in 2022 besloot Ojf Vitesse in maart 2022 in de verkoop te zetten. De oligarch heeft bij zijn afscheid afstand gedaan van al zijn aandelen en scheldt ook een schuld van 155 miljoen euro kwijt. Zo komt een einde aan een tijdperk van twaalf jaar onder Russische vlag in Arnhem.
Sportieve neergang en financiële problemen (2022–heden)
In september 2022 werd Phillip Cocu de nieuwe oefenmeester, maar nam in november 2023 ontslag waarna Edward Sturing voor een zevende periode als interim-coach werd aangesteld. Zowel sportief als bestuurlijk ging het Vitesse niet voor de wind. Na de invasie van Rusland in Oekraïne trok Vitesse-eigenaar Valeri Ojf zich in maart 2022 terug. In september van datzelfde jaar werd Coley Parry met zijn Common Group gepresenteerd als de nieuwe, beoogde eigenaar van Vitesse. Het duurde uiteindelijk anderhalf jaar totdat de licentiecommissie van de KNVB een beslissing nam over de Amerikaanse overname. Het orgaan keurde de overname af, omdat ze te weinig vertrouwen hadden in de plannen en kredietwaardigheid van Parry.