Septembermoorden
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Septembermoorden vonden plaats in Parijs van 2 tot 6, c.q. 9 september 1792. Gedurende vier dagen (honderd uur) trok een groepje van ca. 150-300 man van de ene naar de andere gevangenis om tegenstanders van de Franse Revolutie uit de weg te ruimen. De gevangenissen waren aan het einde van de gebeurtenissen half leeg.
Op 2 september telde Parijs 2.800 gevangenen in negen verschillende gevangenissen, waarvan 1.000 waren opgesloten sinds de bestorming van de Tuileriën op 10 augustus.[1] Circa 1.360 gevangenen werden op sadistische wijze afgeslacht, onder wie 30 aristocraten, 250 priesters en drie bisschoppen; 440 man zijn spoorloos verdwenen. Hun lot is niet geregistreerd.[2][3]
Van de slachtoffers op 2 september of later zouden 70% geen contra-revolutionairen of "schurken" zijn geweest, maar gewone gedetineerden, vervalsers van assignaten, vrouwen, adolescenten, kinderen of geestelijk gestoorden, die op verzoek van de familie waren opgesloten. De overigen waren aristocraten en geestelijken. Een klein deel behoorde tot de Zwitserse garde,[4] 43 waren nog geen achttien.[5] Veertig prostituees, die niets met de revolutie te maken hadden, werden mishandeld, verkracht en vervolgens vermoord door de revolutionairen.[5]
De moorden in Parijs waren op 6 of 7 september afgelopen, maar gingen in Reims en Meaux door. Er vielen op 9 september nog ca. 44 slachtoffers in de buurt van het kasteel van Versailles, waaronder twee voormalige ministers en een bisschop.[6] Ook in Lyon werden op diezelfde dag elf mannen vermoord.