Tweede Kamer der Staten-Generaal
belangrijkste orgaan voor de Nederlandse volksvertegenwoordiging / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Tweede Kamer der Staten-Generaal, kortweg Tweede Kamer, vormt samen met de Eerste Kamer de Nederlandse Staten-Generaal, het hoogste staatsrechtelijke orgaan van volksvertegenwoordiging in het Koninkrijk. Belangrijkste bevoegdheden zijn de zeggenschap over voorstellen van wetgeving die voor het hele Koninkrijk (Rijkswet) of voor Nederland gaat gelden, daaronder de begrotingshoofdstukken waarin de voorgenomen staatsuitgaven worden vastgelegd, en controle van de regering. Leden van de Tweede Kamer worden uiterlijk eens in de vier jaar gekozen door de kiesgerechtigde Nederlandse bevolking. De Tweede Kamer telt 150 zetels en de eerste zitting was op 21 september 1815.[1] De basisregels zijn vastgelegd in de Grondwet.
Tweede Kamer der Staten-Generaal | ||||
---|---|---|---|---|
Wetgevend orgaan van Nederland | ||||
Algemene informatie | ||||
Opgericht in | 1815 | |||
Aantal leden | 110 (1815-1830) 55 (1830-1840) 58 (1840-1848) 68 (1848-1859) 72 (1859-1864) 75 (1864-1869) 80 (1869-1878) 86 (1878-1888) 100 (1888-1956) 150 (vanaf 1956) | |||
Ontmoetingsplaats | Bezuidenhoutseweg 67 (tijdelijk) Binnenhof, Den Haag | |||
Huidige legislatuur (sinds 6 december 2023) | ||||
Verkozen op | 22 november 2023 | |||
Voorzitter | Martin Bosma (PVV) | |||
Eerste ondervoorzitter | Tom van der Lee (GL-PvdA) | |||
Tweede ondervoorzitter | Roelien Kamminga (VVD) | |||
Griffier | Peter Oskam | |||
Zetelverdeling | ||||
Partijen | Coalitie (41)
Oppositie (109) | |||
Andere | ||||
Website | https://www.tweedekamer.nl/ | |||
|
De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen van de regering goed- of afkeuren, wijzigen en aanvullen en elk afzonderlijk lid kan zelf wetsvoorstellen ontwerpen en indienen, recht van initiatief genoemd. Een minister heeft geen juridische middelen om de Tweede Kamer te dwingen een wetsvoorstel dat van de regering komt, in behandeling te nemen. Tevens controleert de Tweede Kamer het regeringsbeleid en het handelen van de bewindslieden. Ministers en staatssecretarissen kunnen ter verantwoording worden geroepen en moeten de Kamer alle relevante informatie geven waar om wordt gevraagd, het recht van informatie.[2]
In de Tweede Kamer kunnen regeringscoalities worden gevormd, groepen (fracties) van kamerleden die onderling afspreken een regering onder bepaalde voorwaarden hun vertrouwen te zullen geven, vaak in combinatie met het leveren van bewindslieden. Evenzeer kunnen Tweede Kamerleden besluiten hun vertrouwen in een regering op te zeggen, dat wordt de val van een kabinet genoemd. Een minister blijft in de regel niet aan zonder het vertrouwen te genieten van een meerderheid in de Tweede Kamer, een regering kan niet aanblijven als ze niet het vertrouwen geniet van een meerderheid in het parlement (Eerste en Tweede Kamer).