Werelderfgoed in Indonesië
Wikimedia-lijst / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Werelderfgoed in Indonesië bestaat uit negen erfgoedlocaties.[1][2] Indonesisch erfgoed werd voor het eerst in de werelderfgoedlijst opgenomen tijdens de vijftiende zitting van het Werelderfgoedcomité die in 1991 plaatsvond in Carthago, Tunesië. Tijdens deze zitting werden vier Indonesische erfgoedlocaties toegevoegd: de tempelcomplexen van Borobudur en Prambanan, evenals de nationale parken Komodo en Ujung Kulon.[3] De overige vijf erfgoedlocaties volgden in 1996, 1999, 2004, 2012 en 2019.
De selectie van werelderfgoed is gebaseerd op tien criteria: zes ervan zijn van toepassing op cultuurerfgoed (i-vi) en vier op natuurerfgoed (vii-x).[4] Sommige erfgoedlocaties, aangeduid als "gemengd," bestaan zowel uit cultuur- als natuurerfgoed. Indonesië bezit vijf objecten met cultuurerfgoed, vier objecten met natuurerfgoed en geen gemengde objecten.[1][5]
Het Werelderfgoedcomité kan een werelderfgoed als bedreigd aanmerken naar aanleiding van "omstandigheden die bedreigend zijn voor de wezenlijke kenmerken waarom een erfgoed werd ingeschreven op de werelderfgoedlijst". In Indonesië werd het Tropisch regenwoud van Sumatra in 2011 tot bedreigd werelderfgoed verklaard.