Top Qs
Timeline
Chat
Perspective
buigen
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
Dutch
Etymology
From Middle Dutch bugen, from Old Dutch *būgan, from Proto-West Germanic *beugan, from Proto-Germanic *būganą, a variant form of *beuganą.
Pronunciation
Verb
buigen
Conjugation
Derived terms
verbs
- aanbuigen
- achteroverbuigen
- afbuigen
- bebuigen
- bijbuigen
- bijeenbuigen
- dichtbuigen
- doorbuigen
- inbuigen
- ineenbuigen
- krombuigen
- losbuigen
- meebuigen
- nabuigen
- nederbuigen
- neerbuigen
- ombuigen
- omhoogbuigen
- omlaagbuigen
- onderbuigen
- opbuigen
- openbuigen
- overbuigen
- rechtbuigen
- rondbuigen
- samenbuigen
- scheefbuigen
- tegenbuigen
- terugbuigen
- toebuigen
- uitbuigen
- uiteenbuigen
- verbuigen
- vooroverbuigen
- wegbuigen
Descendants
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads