marktleider

Dutch

Etymology

Compound of markt (“market”) +‎ leider (“leader”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈmɑrktˌlɛi̯.dər/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: markt‧lei‧der

Noun

marktleider m (plural marktleiders, diminutive marktleidertje n)

1. market leader

   Dit bedrijf is de marktleider op het gebied van mobiele telefoons.

   This company is the market leader in the field of mobile phones.

   De marktleider lanceerde een innovatief product dat de concurrentie overtrof.

   The market leader launched an innovative product that surpassed the competition.

   De CEO van het bedrijf is trots op hun positie als marktleider in de branche.

   The CEO of the company is proud of their position as a market leader in the industry.