See also: weer, Weer, wéër, and Wéër Dutch Etymology From the adverb weer (“again”). Prefix weer- again against, contrary Synonyms (again): et- weder- Derived terms Dutch terms prefixed with weer- weerbarstig weerga weergalmen weerhouden weerkaatsen weerkaatsing weerklinken weerleggen weerspannig weerspiegelen weerspreken weerstaan weerstand weerstreven weerwil weerwraak weerzinWikiwand - on Seamless Wikipedia browsing. On steroids.Remove ads