Top Qs
Timeline
Chat
Perspective
winterdag
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
Dutch
Etymology
Pronunciation
Noun
winterdag m (plural winterdagen, diminutive winterdagje n)
- winter day
- Op een heldere winterdag gingen we schaatsen. ― On a clear winter day, we went ice skating.
- Het was een koude winterdag met temperaturen onder het vriespunt. ― It was a cold winter day with temperatures below freezing.
- Tijdens een winterdagje gingen we altijd naar opa en oma. ― On a short winter day, we always went to grandma and grandpa's house.
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads