Top Qs
Timeline
Chat
Perspective
zilver
From Wiktionary, the free dictionary
Remove ads
Dutch
Etymology
From Middle Dutch silver, from Old Dutch silver, from Proto-Germanic *silubrą.
Pronunciation
Noun
zilver n (uncountable, no diminutive)
Derived terms
- bladzilver
- kwikzilver
- tafelzilver
- verzilveren
- zilverblauw
- zilverdraad
- zilveren
- zilvererts
- zilverfolie
- zilverfuut
- zilvergehalte
- zilvergeld
- zilvergrijs
- zilverhandel
- zilverhaver
- zilverkleurig
- zilverkruiskruid
- zilverling
- zilvermeeuw
- zilvermijn
- zilverpapier
- zilverplevier
- zilverpoets
- zilverreiger
- zilverrug
- zilverschildzaad
- zilverschoon
- zilversmid
- zilverspar
- zilveruitje
- zilvervliesrijst
- zilvervloot
- zilverwerk
- zilverwit
Descendants
- Afrikaans: silwer
- Negerhollands: silver, zelva, selvu
- Skepi Creole Dutch: solfer
- Sranan Tongo: solfru, sofru, sorfu, solfroe (superseded)
- Aukan: sólúfu
- Saramaccan: sólúfu, sóófu
- → Caribbean Javanese: silfer
- → Loup A: sinibat, chinebat, chinibat
- → Mahican: sehnpatt, senpett
- → Munsee: shulpul
- → Unami: silpël
Remove ads
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Remove ads