Graad (temperatuur)
temperatuur / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De graad wordt in meerdere temperatuurschalen gebruikt. Vaak wordt het symbool ° gebruikt, gevolgd door de eerste letter van de naam van temperatuurschaal (bijvoorbeeld 20 °C betekent 20 graden Celsius). Tussen het getal en het gradenteken hoort volgens adviesboeken en norminstituten een spatie te staan (5 °C). In de praktijk van onder meer KNMI en KMI is de schrijfwijze zonder spatie (5°C) gangbaar.[1] Volgens de gezaghebbende Schrijfwijzer van Jan Renkema (uitgeverij Boom, vijfde editie 2012) hoort het echter als volgt: de spatie vervalt bij de symbolen voor graad, procent en promille: 30°, 30 °C, 30° OL, 3%, 3,5‰. Beide schrijfwijzen zijn dus verdedigbaar.
° | |
---|---|
Leestekens | |
aanhalingstekens | („ ”, “ ”, " ", ‘ ’, ' ' ) |
accolade | ( { } ) |
afbreekteken | ( - ) |
apostrof | ( ’ ) |
beletselteken | ( … ) |
dubbelepunt | ( : ) |
gedachtestreepje of kastlijntje | ( –, — ) |
guillemets | ( « » ) |
haakjes | ( ( ), [ ], ⟨ ⟩ ) |
komma | ( , ) |
koppelteken | ( - ) |
liggend streepje | ( -, –, —, _ ) |
omgekeerd uitroepteken | ( ¡ ) |
omgekeerd vraagteken | ( ¿ ) |
punt | ( . ) |
puntkomma | ( ; ) |
schuine streep | ( / ) |
uitroepteken | ( ! ) |
vraagteken | ( ? ) |
weglatingsstreepje | ( - ) |
Woordscheiding | |
hoge punt | ( · ) |
spatie | ( ) |
Algemene typografie | |
ampersand | ( & ) |
apenstaartje | ( @ ) |
asterisk | ( * ) |
backslash | ( \ ) |
bullet | ( • ) |
accent | ( ′ ) |
caret/dakje | ( ^ ) |
emoticon | ( :-) ) |
gelijkteken | ( = ) |
graad | ( ° ) |
hekje | ( # ) |
munteenheidsteken | ( ¤ ) |
obelisk | ( †, ‡ ) |
paragraafsymbool | ( § ) |
alineateken | ( ¶ ) |
procentteken | ( % ) |
promille | ( ‰ ) |
tilde | ( ~ ) |
trema | ( ¨ ) |
umlaut | ( ¨ ) |
laag streepje/underscore | ( _ ) |
sluisteken | ( |, ¦ ) |
Ongebruikelijke typografie | |
asterisme | ( ⁂ ) |
lozenge | ( ◊ ) |
interrobang | ( ‽ ) |
ironieteken | ( ) |
referentieteken | ( ※ ) |
dusteken | ( ∴ ) |
zero-width space | ( ) |
Het woord graad komt van het Latijnse gradus, dat 'trede' betekent. (Ter vergelijking: het Latijnse scala betekent 'ladder' of 'trap'). In zijn algemeenheid wordt de term 'graad' gebruikt bij meetschalen die geen absoluut nulpunt hebben. Zo is 0 °C vrij willekeurig gekozen. In plaats van het vriespunt van water had men ook iets anders kunnen kiezen. Daardoor is er ook geen enkele reden waarom 10 °C tweemaal zoveel zou zijn als 5 °C.
Ook de kelvin K werd vroeger door een ° voorafgegaan, sinds 1967/1968 op de 13de conferentie van de CGPM (Conférence Générale des Poids et Mesures of Algemene conferentie voor gewichten en maten)[2] werd besloten om het op de volgende manier te noteren: 0 K = −273,15 °C. De reden hiervoor is dat de kelvinschaal wél een echt nulpunt heeft.[3] De temperatuur in kelvin is recht evenredig met de gemiddelde kinetische energie van de moleculen, en die kan niet negatief worden. Hier is dus sprake van een absoluut nulpunt.
Bekende temperatuurschalen:
- graden Celsius (°C)
- graden Fahrenheit (°F)
Overige temperatuurschalen waarbij "graden" worden gebruikt: