24 Capriccio's voor viool
compositie van Niccolò Paganini / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De 24 capriccio's voor viool, opus 1 van Niccolò Paganini, gepubliceerd in 1820, behoren tot zijn bekendste werken en worden beschouwd als de "ultieme" test voor elke violist door de extreme moeilijkheidsgraad van de stukken. Daarom is het uitvoeren van drie van deze capriccio's een verplicht onderdeel van het te spelen programma in de eerste ronde van de Koningin Elisabethwedstrijd voor viool.
24 Capriccio’s voor viool solo 24 Capricci per violino solo | ||||
---|---|---|---|---|
Componist | Niccolò Paganini | |||
Soort compositie | capriccio | |||
Gecomponeerd voor | viool | |||
Opusnummer | 1 | |||
Compositiedatum | 1802-1817 | |||
|
Maar weinig van Paganini's werken werden gepubliceerd tijdens zijn leven. Zijn capriccio's zijn daarvan de belangrijkste. De 24 capriccio's zijn naar alle waarschijnlijkheid gebaseerd op de wonderbaarlijke cadenza-achtige capriccio's uit de twaalf vioolconcerten van Pietro Locatelli die het L'Arte de Violino, opus 3 vormden.
In de 24 Capriccio's komen zo ongeveer alle aspecten van de viooltechniek naar voren: legato, staccato, spiccato, tremolo, harmonie, trillers, arpeggio's, toonladders en pizzicato met de linkerhand. Dit maakt dat de capriccio's ook beter te omschrijven zijn als "studies" dan simpelweg een verzameling van techniekoefeningen. Opvallend is dat ondanks alle voorgeschreven technieken, de muziek vrij melodieus blijft.
Een veelvoorkomend muzikaal element is het Perpetuum Mobile; een continue snelle stroom van noten. Dit komt duidelijk naar voor in de capriccio's nummer 1, 2, 3, 5, 10, 12, 16 en 22.