Alfons II van Aragón
koning van Aragón, graaf van Barcelona (1157-1196) / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Alfons II van Aragón (1–25 maart 1157[1][2][3] – 25 april 1196), bijgenaamd de Kuise of de Troubadour, was koning van Aragón en, als Alfons I, graaf van Barcelona van 1164 tot zijn dood.[1][4] Hij was de zoon van graaf Ramon Berenguer IV van Barcelona en koningin Petronella van Aragón en de eerste koning van Aragón die tevens graaf van Barcelona was (zie Kroon van Aragón). Hij was ook graaf van Provence vanaf 1166 of kort daarvoor,[5] hetgeen hij had overgekocht van gravin Douce II, tot in 1173, toen hij het afstond aan zijn broer Berenguer. Zijn regering wordt door nationalistische en nostalgische historici gekarakteriseerd als l'engrandiment occitànic ("de Occitaanse uitbreiding") of "de Pyrenese eenheid": een groot plan om verschillende landen aan beide kanten van de Pyreneeën onder de heerschappij van het huis Barcelona te brengen.[6]
Alfons II van Aragón | ||
---|---|---|
1157-1196 | ||
Portret uit het Liber feudorum maior. | ||
Koning van Aragon | ||
Periode | 1164-1196 | |
Voorganger | Petronella van Aragón | |
Opvolger | Peter II van Aragón | |
Graaf van Barcelona | ||
Periode | 1164-1196 | |
Voorganger | Ramon Berenguer IV van Barcelona | |
Opvolger | Peter II van Aragón | |
Vader | Ramon Berenguer IV van Barcelona | |
Moeder | Petronella van Aragón |