Ambonse Moord
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Ambonse Moord (Amboyna Massacre) was de onthoofding in 1623 van tien Engelsen[1] in dienst van de East India Company (EIC), negen Japanse huurlingen[2] en een Portugees[3] in dienst van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Dit gebeurde na een proces dat met foltering gepaard ging voor een ad-hocrechtbank samengesteld door gouverneur Herman van Speult van de VOC op het eiland Ambon.
Deze executie werd door de Engelsen als een gerechtelijke moord gezien en belastte de diplomatieke relaties tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Engeland in de volgende decennia in ernstige mate, temeer daar de Engelse verontwaardiging over het incident door de Engelse compagnie werd opgezweept in het kader van haar strijd met de Nederlandse concurrent. Het feit dat het incident niet op een voor Engeland acceptabele wijze werd afgehandeld, vormde een van de voorwendselen voor de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.