Loading AI tools
Brabants ridder Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Arnold van der Sluijs ( ? - 28 november 1296) was een Brabants ridder. Hij wordt voor het eerst genoemd in een charter over de Abdij van Berne in 1274. Hij was dan medegetuige, als zijn neef Jan III van Heusden en diens ooms Robert en Dirk oorkonden in een zaak, die de familie aanging. Ridder is Arnold dan nog niet; het wordt tenminste niet vermeld. De tweede maal treffen wij hem aan in een charter van 1283. Hierin treedt hij in drie kwaliteiten op, als zijn reeds genoemde neef Jan III oorkondt. Ten eerste als diens leenman, ten tweede als voogd voor zijn tante Mechteld en ten slotte als borg voor zijn neef Jan III en zijn oom Dirk; hij is dan ridder. De volgende akte, waarin hij voorkomt, is uit 1287. Hierin is hij zelf oorkonder en verklaart vijf gemeten land in Oostkapelle (Zeeland) verkocht te hebben aan broeder Heynen van Rensburgh (Rijnsburg) ten behoeve van de Abdij van Rijnsburg. In het voorjaar van 1288 treedt Arnold van der Sluijs als een der borgen op voor Herman VI van Woerden in verband met diens twist met de elect van Utrecht, Jan van Nassau, en graaf Floris V van Holland.
Het jaar 1288 is in de geschiedenis bekend door de Slag bij Woeringen. In juni van dat jaar stond de top van de Brabantse en Gelderse edelen tegenover elkaar. De Heusdens streden aan Brabantse zijde onder het vaandel van Jan I van Cuijk. Behalve Arnold van der Sluijs vochten er zijn neef Jan III van Heusden en diens broer "magister" Arnold [*]. Jan van Heelu, die ooggetuige was van de slag, beschrijft de rol van Arnold van der Sluijs en Dirk van Heusden aldus (er is sprake van het gevangennemen van Jan III van Heusden):
Blijkbaar heeft Arnold van der Sluijs de strijd wel goed doorstaan, want eind maart 1290 treffen wij hem aan als borg voor Jan I van Cuijk en diens oudste zoon Hendrik van Cuijk, beiden ridder.
Vervolgens komt hij begin maart 1291 voor in de reeds genoemde akte betreffende de pauselijke dispensatie wegens huwelijksbeletsel voor zijn tweede vrouw, Agnes van der Leck. Het beletsel bestond uit de aanverwantschap tussen Arnold en Agnes, ontstaan door bloedverwantschap tussen haar en zijn overleden vrouw Aleydis van Roistelle. Arnold kreeg zelf geen zoons, zo wordt algemeen aangenomen. Uit het huwelijk met Agnes van de Lecke worden zijn dochters geboren:
Volgens een Kleefse kroniek is Arnold in 1291 medegetuige bij het stichten van het dominicaner klooster te Wezel. Vervolgens ontmoeten wij hem in 1293 weer als borg. Ditmaal voor graaf Floris V van Holland, die een verdrag met de elect van Utrecht sluit. De laatste maal, dat Arnold in de bronnen als levend wordt vermeld, is op 3 juli 1294 als getuige in een charter van Dirk heer van Meurs.
Hij is begraven in de abdijkerk van de Abdij van Berne. Zijn uit het Latijn vertaalde grafschrift luidt als volgt:
Zijn graftombe, afkomstig uit de Norbertijner abdijkerk te Berne bij Heusden, is in bezit van het Rijksmuseum Amsterdam.
Voorouders van Arnold zijn:
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.