Boek van Allogenes
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het Boek van Allogenes is een gnostisch geschrift, dat in een Koptische vertaling onderdeel was van de vondst van de Codex Tschacos omstreeks 1978. Er moet een oorspronkelijk Griekse tekst zijn geweest, maar daar is nooit iets van gevonden. De overige drie teksten uit deze codex zijn:
- De Brief van Petrus aan Filippus, die met enige geringe afwijkingen ook voortkomt bij de Nag Hammadigeschriften.
- Jakobus, een tekst die al bekend was uit de Nag Hammadigeschriften als de Eerste openbaring van Jacobus.
- Het Evangelie naar Judas. Dit is het bekendste deel van de codex.
Allogenes is de belangrijkste persoon in dit geschrift. De oorspronkelijke titel van het geschrift is onbekend. De huidige titel is aan het geschrift gegeven door de eerste uitgevers van de codex om het te kunnen onderscheiden van het geschrift Allogenes, dat deel uitmaakte van de Nag Hammadigeschriften. Allogenes betekent van een andere soort/geslacht of vreemdeling. Er zijn mogelijk meer gnostische teksten met de titel Allogenes geweest. Epiphanius van Salamis schreef in zijn Panarion over meerdere boeken die de titel Allogenes zouden hebben. Hij benoemt een aantal boeken van de sethianen, die aan Seth, de derde zoon van Adam en Eva, en zijn zeven zonen worden toegeschreven. Want zij zeggen, dat hij zeven zonen had, die zij vreemdelingen noemen. Seth en zijn nageslacht, de gnostici, zouden dan de vreemdelingen zijn. Aan het slot van Allogenes komt ook de opmerking het zegel van alle boeken van Allogenes voor, waarmee waarschijnlijk bedoeld werd aan te geven dat dit het laatste boek was in een serie over Allogenes.
Zowel het Boek van Allogenes als Allogenes is ontstaan binnen de gnostische stroming, die aangeduid wordt als het sethianisme. Vanaf het eind van de tweede eeuw begon het sethianisme zich af te keren van een steeds orthodoxer wordend christendom en begon zich te richten op de meer individuele contemplatieve praktijken van het platonisme van de derde eeuw. Aan het eind van de derde eeuw raakte het ook vervreemd van orthodoxe platonisten en was er sprake van toenemende invloed van neoplatonisten. In het Boek van Allogenes is de christelijke invloed nog duidelijk aanwezig, In Allogenes zijn de platoniserende voorstellingen al dominant.
Het geschrift was bij de vondst al zwaar beschadigd. De oorspronkelijke tekst moet uit acht pagina's hebben bestaan. Daarvan zijn alleen de eerste vier leesbaar en ook die missen steeds de eerste regels. De oorspronkelijk Griekse tekst dateert uit eind tweede of begin derde eeuw.