De dialectiek van de Verlichting
boek van Max Horkheimer / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De dialectiek van de Verlichting, filosofische fragmenten (Duits: Dialektik der Aufklärung) is een essaybundel die geldt als een van de belangrijkste werken van de kritische theorie van de Frankfurter Schule. Het werd geschreven door de marxisten Max Horkheimer en Theodor Adorno tijdens hun ballingschap in Amerika, op het moment dat het einde van het nationaalsocialistische bewind zich in Duitsland al aftekende. De eerste publicatie vond plaats in 1944, in gestencilde vorm, bij het New York Institute of Social Research. In 1947 werd het boek in zijn definitieve vorm in druk uitgegeven bij de uitgeverij Querido in Amsterdam. In de zestiger jaren circuleerde de tekst als roofdruk uitgebreid in Duitse studentenkringen, waar het intensief gelezen werd.
De dialectiek van de Verlichting | ||||
---|---|---|---|---|
Titelpagina 1e druk | ||||
Oorspronkelijke titel | Dialektik der Aufklärung. Philosophische Fragmente | |||
Auteur(s) | Max Horkheimer Theodor Adorno | |||
Land | Duitsland | |||
Oorspronkelijke taal | Duits | |||
Onderwerp | Frankfurter Schule, kritiek op de Verlichting | |||
Genre | Essay, ideeënliteratuur | |||
Uitgever | S. Fischer | |||
Oorspronkelijke uitgever | New York Institute of Social Research, Querido | |||
Uitgegeven | 1947 (volledig) | |||
Oorspronkelijk uitgegeven | 1944 | |||
Pagina's | 274 | |||
|
Het boek bevat de stelling, dat het falen van de Verlichting in aanleg al in de "instrumentele rede" van haar denken ligt. Met de poging om de natuur te beheersen, wordt de ooit mythische toegang tot de wereld rationeel verduidelijkt, maar als heerschappij drijft het de Verlichting zelf terug naar de mythe, naar het "positivisme" van een bevestiging van het bestaande, die de "afzonderlijke mens" volledig nietig verklaart in een beheerste wereld en "tegenover de economische machten". Horkheimer en Adorno reageerden in hun geschrift op de "raadselachtige bereidheid van de technologisch opgevoede massa", om zich uit te leveren aan het despotisme van totalitaire ideologieën en heerschappijvormen, en beschouwden dat gedrag als de "ineenstorting van de burgerlijke beschaving" en een wegzinken in een "nieuw soort barbarij".
Het boek is opgedragen aan Friedrich Pollock en zou aanvankelijk voor zijn 50e verjaardag voltooid worden, wat echter niet lukte.