Doodshoofdvlinder
vlindersoort uit de familie pijlstaarten / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De doodshoofdvlinder,[1] ook wel doodskopvlinder of doodshoofdpijlstaart (Acherontia atropos), is een vlinder uit de familie pijlstaarten (Sphingidae).[2] Zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke naam zijn afgeleid van de op een schedel lijkende vlek op het borststuk.
Doodshoofdvlinder | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
| ||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Acherontia atropos (Linnaeus, 1758) Originele combinatie Sphinx atropos | ||||||||||||
Verschillende stadia van de doodshoofdvlinder, van boven naar onder de vlinder, de rups en de twee aanzichten van de pop. | ||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||
Doodshoofdvlinder op Wikispecies | ||||||||||||
|
De vlinder is verder te herkennen aan het relatief grote en dikke lichaam en de duidelijk zichtbare klauwtjes aan de poten. De vlinder is een van de grotere pijlstaartvlinders en bereikt een lichaamslengte van ongeveer zeven centimeter. De spanwijdte van de vleugels is bijna het dubbele. De voorvleugels zijn aan de bovenzijde bruin gekleurd, de onderzijde van de voorvleugels en de achtervleugels zijn geel van kleur met donkere strepen en vlekken. Ook de rups valt op door het groene tot gele lichaam met blauwe tot paarse schuine dwarsstrepen.
De doodshoofdvlinder heeft een natuurlijk verspreidingsgebied dat voornamelijk delen van Afrika en Azië beslaat. Het is een trekvlinder die in de zomer noordwaarts vliegt en enorme afstanden kan afleggen. De doodshoofdvlinder komt dan in Europa voor tot in Scandinavië en wordt ook jaarlijks in Nederland en België waargenomen. De vlinder is echter niet in staat zich te handhaven in deze noordelijke gebieden.
De doodshoofdvlinder leeft als rups van planten maar eenmaal volwassen eet hij vooral zoetigheden zoals nectar en honing, en dringt daarvoor de nesten van honingbijen binnen. De vlinder wordt echter niet zelden door de bijen doodgestoken en uit het nest gewerkt. Het komt ook voor dat de vlinder wordt gedood en vervolgens wordt ingemetseld binnen het nest.
Als een doodshoofdvlinder wordt verstoord piept hij luid om zijn belager af te schrikken. Ook de rups is in staat om een afweergeluid te maken dat bestaat uit klikkende geluiden die met de kaken worden geproduceerd. De rups kan tevens gemeen bijten als het dier wordt opgepakt, de volwassen vlinder echter is geheel weerloos.