Drievoudige schuld
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De drievoudige schuld (Sanskriet: ṛṇatraya of ṛṇa-traya) is de brahmaanse doctrine dat iedere tweemaal-geborene (dvija) bij geboorte drie schulden heeft – aan de goden, aan de zieners en aan de voorouders. Deze schulden kunnen worden ingelost door yajna (offers), door de voortplanting en door de studie van de Veda's, de drie centrale thema's van dharma voor een dvija.
Binnen het ashrama-systeem is het gezinshoofd (grhastha), de enige die de drievoudige schuld in kan lossen, doordat deze de enige is die een zoon kan krijgen. Dit maakt de grhastha de centrale figuur in het vedische leven.
Opmerkelijk is dat de oudere doctrine van de drievoudige schuld ingaat tegen de nieuwere doctrine van karma. Waar bij de laatste de uitkomst afhankelijk is van de daden, ligt deze bij de eerste vast.[1]