
Energieopslagtechniek
verzameling van methoden die worden gebruikt voor energieopslag op grote schaal in een elektriciteitsnet / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Energieopslagtechnieken worden gebruikt om vraag en aanbod van elektriciteit in een elektriciteitsnetwerk te balanceren. Voor de grootschalige belastingsverdeling van een onderling verbonden elektrisch netwerk sturen elektrische energieproducenten de overtollige dalurenelektriciteit via het transmissienet naar buffercentrales voor tijdelijke opslag van de energie. De energieopslaglocaties worden dan energieproducenten wanneer de vraag naar elektriciteit groter is. Dit vermindert de kosten van de piekvraag van elektriciteit door het beschikbaar maken van de energie voor gebruik tijdens de piekvraag zonder extra investeringen in overtollige productiecapaciteit dat het merendeel van de dag niet gebruikt zou worden.

Naargelang van de vorm van de opgeslagen energie onderscheidt men:[1]
- mechanische opslag: opgepompt water, samengeperste lucht, vliegwielen;
- warmte-opslag;
- scheikundige opslag: waterstof, brandstofcellen, biobrandstoffen;
- elektrochemische opslag: batterijen, doorstroombare redoxbatterijen, supercondensatoren, elektromagnetische opslag (SMES of superconducting magnetic energy storage).
Als opgepompt water buiten beschouwing wordt gelaten, is de opslagcapaciteit die verbonden is met het elektriciteitsnet, als volgt verdeeld:[1]
- warmte 45,63%
- elektrochemisch 32,73%
- mechanisch (zonder opgepompt water) 21,35%
- chemisch (waterstof) 0,29%