Middelen van overtuiging
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Middelen van overtuiging zijn de verschillende aspecten die een spreker overtuigend maken. De Griekse wijsgeer Aristoteles schreef een befaamd geworden boek over deze middelen, de Ars Rhetorica waarbij hij de middelen opsplitste in Ethos, Pathos en Logos. Andere middelen zijn Framing, verteltechnieken en de kunst om het juiste moment te benutten (Kairos). De middelen van overtuiging zijn o.a. van toepassing op de retorica en de reclame. Voor een kritische luisteraar is het van belang om de verschillende middelen te kunnen herkennen.[1]
Overtuigingskracht en middelen van overtuiging zijn niet ontdekt door Aristoteles, hoe groot de invloed van zijn Ars Rhetorica ook was en nog steeds is. Zowel voor als na Aristoteles is over de kunst van de welsprekendheid geschreven. Voor Aristoteles wordt er al geschreven en gedoceerd door sofisten Protagoras en Gorgias en natuurlijk ook door Plato. De invloed van Aristoteles werk is ook te zien in de werken van Cicero en Quintillianus, auteurs van respectievelijk De Oratore en Institutio Oratoria.[2]