Filosofie van de opvoeding
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De filosofie van de opvoeding (ook: wijsgerige pedagogiek of opvoedingsfilosofie) is een discipline in de filosofie die reflecteert over de aard, de doelen en de problemen van de opvoeding. Een exacte definitie van dit vakgebied is echter moeilijk te geven[1] omdat het zowel gericht is op de filosofische vraagstelling die concepten en methodes probeert te verhelderen als op de praktijk van de pedagogiek. Hoewel het ook in zekere mate overlapt met de theoretische pedagogiek, moet het er niet mee verward worden, voornamelijk omdat in de filosofie van de opvoeding specifiek problemen binnen de pedagogiek vanuit de typische filosofische achtergrond worden benaderd. Opvoedingsfilosofen die de problemen in verband met opvoeding analyseren moeten dan ook vertrouwd zijn met andere filosofische disciplines, met name epistemologie (kennisleer), taalfilosofie, ethiek, sociale of politieke filosofie, wetenschapsfilosofie, en mogelijk ook de filosofie van de geest en esthetica.
De filosofie van de pedagogiek wordt niet vaak als academisch vak aangeboden in universiteiten, maar maakt wel regelmatig deel uit van het curriculum in scholen en instituten waarin onderwijs en pedagogiek centraal staan. Wanneer vorming in de zin van culturele transfer van de ene generatie op de andere bedoeld wordt, spreekt men ook over onderwijsfilosofie. Verwant is ook de discipline van de filosofie van de pedagogische wetenschappen, die zich bezint over de logische en epistemologische uitgangspunten en methodes van de pedagogiek.