Frans voetbalkampioenschap 2000/01
sportseizoen van een voetbalcompetitie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In 2000/01 werd het 63ste professionele voetbalkampioenschap georganiseerd in Frankrijk. De competitie begon op 28 juli 2000 en eindigde op 19 mei 2001. De titel ging naar FC Nantes, dat zich onder leiding van trainer-coach Raynald Denoueix voor de zevende keer in de clubgeschiedenis kroonde tot kampioen van Frankrijk.
Ligue 1 | ||||
---|---|---|---|---|
Land | Frankrijk | |||
Bond | FFF | |||
Competitie | Division 1 | |||
Seizoensdetails | ||||
Seizoen | 2000/01 | |||
Kampioen | FC Nantes | |||
Topscorer(s) | Sonny Anderson (22) | |||
Aantal clubs | 18 | |||
Degradatie naar | Division 2 | |||
Gedegradeerd | AS Saint-Étienne RC Strasbourg Toulouse FC | |||
Europese kwalificatie | ||||
3x Champions League, 3x UEFA Cup | ||||
Algemeen | ||||
Opgericht | 1933 | |||
Recordtitelhouder | Saint-Étienne (10x) | |||
Website | LFP.fr | |||
Actueel | ||||
Ligue 1 2016/17 | ||||
|
Nantes behaalde de landstitel met maar liefst 21 spelers afkomstig uit de eigen jeugdopleiding: het fameuze Centre sportif José Arribas, dat halverwege de jaren zeventig werd opgericht en ook wel La Jaunelière wordt genoemd. Een van die eigen jeugdspelers was doelman Mickaël Landreau, die in 1996 op zijn zeventiende debuteerde in het eerste elftal en uit zou groeien tot een belangrijke steunpilaar in de kampioensploeg; in zijn tien jaar bij Les Canaris speelde hij maar liefst 335 competitiewedstrijden voor Nantes.
In de succesvolle viermansverdediging van Nantes, dat slechts 36 tegengoals in 38 duels moest incasseren, speelde de ervaren Argentijn Néstor Fabbri (32) een voorname rol. Hij vormde met de zelfopgeleide Nicolas Gillet het centrale duo. De backposities werden ingenomen door het bij Clermont opgepikte talent Sylvain Armand en Nicolas Laspalles op rechts. Op het middenveld waren jeugdspeler Stéphane Ziani en de van AS Muret overgenomen Éric Carrière (1973) belangrijk voor het team, met clubicoon Frédéric Da Rocha, die tussen 1995 en 2009 meer dan 500 keer uitkwam voor de geel-groenen, op de rechterkant. Linkermiddenvelder Olivier Monterrubio, die zijn loopbaan in 2011 bij FC Lorient afsloot, excelleerde dit seizoen en werd met twaalf goals zelfs clubtopscorer. In de spits stond de Roemeen Viorel Moldovan, die in de zomer van 2000 was overgekomen van het Turkse Fenerbahçe SK.
Buiten het veld waren twee personen van belang voor het succes van FC Nantes: technisch directeur Robert Budzynski, die als speler vijf jaar het geelgroene shirt droeg en vervolgens in zijn lange periode als technisch directeur (1970-2005) zes landstitels meemaakte, en trainer Reynald Denoueix, die tussen 1966 en 1979 zelf dertien jaar voor Nantes speelde. Doordat Denoueix ná zijn actieve carrière vijftien jaar als hoofd jeugdopleiding werkte, wist hij bij zijn aantreden als hoofdcoach in 1997 precies welke talenten in het succesvolle opleidingscentrum rondliepen. Veel rijkere clubs als Olympique Marseille, dat ternauwernood aan degradatie ontsnapte, en Paris Saint-Germain, dat kleurloos in de middenmoot eindigde, kwamen niet in de buurt van De Kanaries.
De competitie begon echter moeizaam voor de ploeg van Denoueix; de 5-2 overwinning op bezoek bij kampioen AS Monaco baarde opzien, maar door een zwakke serie die eind augustus werd ingezet – met als dieptepunt de 5-0 thuisnederlaag tegen Girondins de Bordeaux – stond Nantes na tien speelronden op de bescheiden vijftiende plaats in de tussenstand. Met een overtuigende zege op het uiteindelijke gedegradeerde RC Strasbourg (5-0) kwam de ommekeer; in de winterstop bezette de club na negen overwinningen in twaalf wedstrijden de koppositie. Even leek Nantes daarna onder de titelkoorts te bezwijken; Moldovan redde in eigen huis tegen het laaggeklasseerde AJ Auxerre een punt (1-1) en een week later werd kansloos verloren van naaste achtervolger Olympique Lyon, dat zo de eerste plaats van Nantes overnam.
Dat bleek uiteindelijk de laatste nederlaag van Nantes te zijn. Onder leiding van Olivier Monterrubio, die vanaf begin februari zesmaal scoorde, en de talentvolle aanvaller Marama Vahirua (1980), die dat seizoen zijn doorbraak kende, werden de laatste acht wedstrijden in de competitie een voor een gewonnen; met de vierde wedstrijd van die reeks – een krappe thuiszege op FC Metz – werd Lyon weer gepasseerd en op 12 mei 2001 kon Nantes in het eigen Stade de la Beaujoire de landstitel bemachtigen. Tegenstander Saint-Étienne moest in de strijd tegen degradatie zijn laatste strohalm pakken, maar daarin slaagde de recordkampioen niet. In de tiende minuut schoot Varihua van dichtbij raak en dat op zijn 21ste verjaardag; het was het enige doelpunt van de wedstrijd.