Gebruiker:PedanticBear/Propaganda Due
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Propaganda Due (P2) was een vrijmetselaarsloge opgericht in 1877 onder het Grootoosten van Italië. In 1976 werd de constitutiebrief ingetrokken, waarna de organisatie zich ontwikkelde tot een illegale, clandestiene, anticommunistische, anti-Sovjet, anti-linkse, pseudo-vrijmetselaren, rechtsradicale[1][2][3] criminele organisatie en geheim genootschap. Deze activiteiten waren in strijd met artikel 18 van de Italiaanse grondwet, dat geheime verenigingen verbiedt.[4] Licio Gelli was de onbetwiste leider van P2 van 1976 tot 1984.[5]
Gedurende haar bestaan was P2 betrokken bij talloze Italiaanse misdaden en mysteries, waaronder de ineenstorting van de aan de Heilige Stoel-gelieerde Banco Ambrosiano, de moorden op journalist Mino Pecorelli en bankier Roberto Calvi, evenals corruptiezaken binnen het landelijke omkoopschandaal Tangentopoli. De organisatie kwam aan het licht tijdens de onderzoeken naar de ineenstorting van het financiële imperium van Michele Sindona.[6]
P2 werd in sommige gevallen aangeduid als een "staat binnen een staat"[7] of een "schaduwregering".[8] Deze loge telde prominente journalisten, parlementsleden, industriëlen en militaire leiders onder haar leden, waaronder Silvio Berlusconi, die later premier van Italië werd, evenals de troonpretendent van de Savoye, Victor Emmanuel,[9] en de hoofden van alle drie de Italiaanse inlichtingendiensten (destijds SISDE, SISMI en CESIS).
Bij een huiszoeking in Gelli's villa in 1982 ontdekte de politie een document met de titel "Plan voor democratische wedergeboorte", waarin werd opgeroepen tot de consolidatie van media, onderdrukking van vakbonden en de herziening van de Italiaanse grondwet.[10]
P2 was niet alleen actief in Italië, maar had ook invloed en aanwezigheid in landen als Venezuela, Uruguay, Brazilië, Chili en Argentinië. Onder de Argentijnse leden bevonden zich prominente figuren, waaronder Raúl Alberto Lastiri, die korte tijd interim-president van het land was na het einde van de zelfbenoemde dictatuur van de "Argentijnse revolutie" (1966-1973); Emilio Massera, die deel uitmaakte van de militaire junta onder leiding van Jorge Rafael Videla tijdens de laatste civiel-militaire dictatuur van Argentinië (1976–1983); de Peronistisch-orthodoxe José López Rega, voormalig minister van Sociale Zaken (1973–1975) en oprichter van de paramilitaire organisatie Argentijnse Anticommunistische Alliantie (AAA); en generaal Guillermo Suárez Mason, die veroordeeld werd voor moord.[11]