Gedraaide torenspits
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Een gedraaide toren(spits), getordeerde of schroefvormige toren(spits) is een toren waarvan de spits in spiraalvorm gedraaid is. Deze is doorgaans gedekt met leien. Er zijn ongeveer honderd torens van dit type in Europa bekend.
Er zijn twee verschillende verklaringen van de draaiing:
- Sommige zijn gebouwd als architectonische prestatie. Voorbeelden zijn in Frankrijk de torens van Mouliherne en Fontaine-Guerin in Anjou, Treignac in Corrèze en Saint-Outrille in Cher. Een niet-kerkelijk gebouw is het huis van de Compagnons du Devoir in Nantes. In Duitsland is een stadspoort van Duderstadt in de vijftiende eeuw gedraaid gebouwd.
- Andere zijn door de tijd heen zo geworden. De toren van de kerk van Saint-Étienne in Fougeré (Maine-et-Loire) werd door vier wervelstormen getroffen in 40 jaar tijd.[bron?]
Volgens de 19e-eeuwse architect Viollet-le-Duc zijn sommige torens schroefvormig geworden omdat het hout slecht gedroogd is. Het is bewezen dat de structuur van oudere torens uit het lood kan raken. Hout werkt bijna altijd en de werking is niet symmetrisch. Een rotatie van 1/20 graad aan de basis kan leiden tot een verdraaiing van 45 graden aan de top van de spits. De verdraaiing van de Notre-Dame in Puiseaux in Loiret is te wijten aan het op een verkeerde wijze drogen van hout.
Door een te zwaar gewicht van de dakbedekking kan de spits vervormd worden en ook instorten. Soms worden er bij de dakbedekking materialen gebruikt die afwijken van de oorspronkelijk geplande materialen. Dit is waarschijnlijk het geval met de kerktoren van St Mary and All Saints in het Engelse Chesterfield, waarbij in de 17e eeuw de dakleien vervangen werden door loden platen, met sterke vervorming als gevolg.
Een aantal van de getordeerde torens heeft een achtzijdige spits. Een achtkantige toren is opgebouwd met:
- Een verticale balk in het midden van de torenspits. Deze vormt het middelpunt van de constructie. Op deze balk rust het gewicht van het frame
- Verschillende steunbalken (schoren of korbelen), die zijn vastgezet aan alle zijden van het dak en de verticale balk en het algemene kader versterken
- Dwarsbalken die voorkomen dat de constructie gaat 'werken'. Een dwarsbalk is het sterkst met een hoek van 45 graden. In achthoekige torens kunnen de dwarsbalken een grotere hoek hebben, waardoor ze makkelijker kunnen verdraaien.
Het gewicht van de torenspits moet gelijkmatig over het metselwerk van de onderliggende stenen torenbasis verdeeld zijn, anders kan dat het metselwerk zijn dragende functie niet goed uitoefenen. Wanneer deze constructie niet in orde is, kan een deel van de torenspits verzakken, met draaiing als gevolg.
Er zijn twee concentraties van gedraaide torens in Europa, een in Frankrijk omgeving Baugé (te Anjou) en de andere in België in de omgeving van Herve in de provincie Luik.
Er bestaan er een stuk of honderd gedraaide torens die verdeeld zijn over de volgende landen.
- Frankrijk: meer dan 65
- Duitsland: 22
- Oostenrijk: 7
- België: 12
- Groot-Brittannië: 3
- Zwitserland: 4
- Denemarken: 2
- Italië: 1
In 2003 was een honderdtal torens geregistreerd bij de vereniging Les clochers tors d'Europe. Daarvan zijn er 31 bewust gedraaid gebouwd en 50 als gevolg van externe invloeden uit vorm geraakt. De meeste zijn piramidevormig; die van Kopenhagen en Rome zijn van steen. Ze zijn als volgt verdeeld:
- achthoekige torens (94 van de 101)
- zeshoekige torens (3: Dinéault, Échirolles en Nogent-sur-Vernisson)
- vijfhoekige toren (1: Nantes)
- vierkante torens (3 : Aubigny-sur-Nère, Niedermorschwihr en Orléans)
Het materiaal waarmee de torenspitsen bekleed zijn, is meestal leisteen, maar er worden ook dakpannen, houten dakspanen (shingles) en metalen platen gebruikt (koper, zink of lood).
De draairichting is per land verschillend:
- In Duitsland draait 63% van rechts naar links.
- In Oostenrijk en Zwitserland draait 100% van rechts naar links.
- In België draait 75% van links naar rechts.
- In Frankrijk draait 78% van links naar rechts.