Gefundeerde theorie
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Gefundeerde theorie (Engels: grounded theory) is een sociaal-wetenschappelijke onderzoeksmethode voor de ontwikkeling van theorieën door het systematisch verzamelen en analyseren van kwalitatieve gegevens (interviewtranscripten, observatieprotocollen)[1]. Het betreft geen enkelvoudige methode, maar bestaat uit een reeks ineengrijpende werkwijzen. Gefundeerde theorie wordt veelal als methodologie voor kwalitatief onderzoek beschouwd die een pragmatische handelingstheorie combineert met vaststaande analysemethoden. Deze analysemethoden zijn gestoeld op de theorie van symbolisch interactionisme. Het doel is werkelijkheidsgetrouwe theorieën te ontwikkelen en deze voor de praktijk bruikbaar te maken, waardoor de kloof tussen theorie en praktijk vermindert.
De epistemologische grondslag is niet de reconstructie van subjectieve standpunten, maar het blootleggen van de onderliggende (sociale) fenomenen.
Andere doelen van gefundeerde theorie zijn:
- Ontwikkeling van theorieën uit de verzamelde gegevens
- De verschaffing van verklarende theorieën voor menselijk gedrag, gedragspatronen en sociale processen
- Wijziging of verdieping van bestaande theorieën
- Het onderzoeken van de interactie, sociaal gedrag en de ervaringen van mensen