Germanium is een scheikundig element met als symbool Ge en atoomnummer 32. Het is een vrij hard grijswit metalloïde, dat behoort tot de koolstofgroep. Zuiver germanium is een halfgeleider.
Germanium |
|
 |
Germanium |
Algemeen |
Naam |
Germanium |
Symbool |
Ge |
Atoomnummer |
32 |
Groep |
Koolstofgroep |
Periode |
Periode 4 |
Blok |
P-blok |
Reeks |
Metalloïden |
Kleur |
Grijswit |
Chemische eigenschappen |
Atoommassa (u) |
72,64 |
Elektronenconfiguratie |
[Ar]3d10 4s2 4p2 |
Oxidatietoestanden |
+2, +4 |
Elektronegativiteit (Pauling) |
2,01 |
Atoomstraal (pm) |
122 |
1e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) |
762,18 |
2e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) |
1537,47 |
3e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) |
3302,15 |
Fysische eigenschappen |
Dichtheid (kg·m−3) |
5323 |
Hardheid (Mohs) |
6,0 |
Smeltpunt (K) |
1210 |
Kookpunt (K) |
3123 |
Aggregatietoestand |
Vast |
Smeltwarmte (kJ·mol−1) |
36,9 |
Verdampingswarmte (kJ·mol−1) |
330,9 |
Kristalstructuur |
Kub |
Molair volume (m3·mol−1) |
13,57·10−6 |
Geluidssnelheid (m·s−1) |
5400 |
Specifieke warmte (J·kg−1·K−1) |
320 |
Elektrische weerstand (μΩ·cm) |
4,6·107 |
Warmtegeleiding (W·m−1·K−1) |
59,9 |
SI-eenheden en standaardtemperatuur en -druk worden gebruikt, tenzij anders aangegeven |
|
Net zoals het vergelijkbare element silicium komt het in de natuur niet in zuivere vorm voor, maar gebonden aan andere elementen, zoals zuurstof. Het komt voor in verschillende mineralen, zoals argyrodiet, germaniet en renieriet. De abundantie van het element op Aarde is vrij laag: de hoeveelheid in de aardkorst bedraagt 1,4 tot 1,5 ppm.[1] In de oceaan komt het voor in concentraties van 50 nanogram per liter.[2] Dat is de reden waarom germanium pas op het einde van de 19e eeuw werd ontdekt.