
Gerry Adams
politicus uit Ierland / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Gerry Adams (Ierse naam: Gearóid Mac Ádhaimh) (West-Belfast, 6 oktober 1948) is een Noord-Iers politicus, voormalig parlementslid voor West-Belfast en partijleider van Sinn Féin.
Gerry Adams | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Gerry Adams in 2001 | ||||
Volledige naam | Gearóid Mac Ádhaimh | |||
Geboren | 6 oktober 1948 | |||
Geboorteplaats | Belfast | |||
Land | Vlag van Verenigd Koninkrijk![]() ![]() | |||
Functie | Partijleider Sinn Féin | |||
Sinds | 13 November 1983 | |||
Voorganger | Ruairí Ó Brádaigh | |||
Partij | Sinn Féin | |||
|
Hij werd geboren in een sterk nationalistische katholieke familie. Hij was een schoolverlater en werd barman, maar raakte steeds meer betrokken bij de Iers-republikeinse beweging en werd in 1964 lid van Sinn Féin en Na Fianna Éireann. Hij ontkent ooit lid van de IRA te zijn geweest, maar Britse en Ierse officiële documenten die onder de dertigjarenregel werden vrijgegeven, noemen hem als een van de hooggeplaatste IRA-figuren van begin jaren zeventig. Na de invoering van de gevangenzetting-zonder-proces in 1971 (mogelijk gemaakt door de Special Powers Act) werd hij tijdelijk vastgezet op de HMS Maidstone, een Brits gevangenisschip. Hij werd belangrijk genoeg geacht om vrijgelaten te worden om deel te nemen aan het vredesoverleg in 1972 maar werd opnieuw gearresteerd en gevangengezet tussen 1973 en 1977 in het interneringskamp Long Kesh, en later opnieuw in 1978.
Op 14 maart 1984 raakte hij zwaargewond bij een moordpoging door loyalisten (voorstanders van behoud van Noord-Ierland voor het Verenigd Koninkrijk). Zijn leven werd gered door een Britse soldaat.
Op 30 april 2014 werd Adams gearresteerd op verdenking van moord. In 1972 werd Jean McConville, een moeder van tien kinderen, door IRA-leden ontvoerd. Haar lijk werd pas in 2003 teruggevonden.[1] Adams werd ervan verdacht destijds opdracht tot de moord te hebben gegeven. Zijn betrokkenheid zou blijken uit de zogenaamde "Boston tapes"; medewerkers van de Universiteit van Boston interviewden voor een geschiedenisproject verschillende IRA-leden, die openhartig over hun verleden spraken, en daarbij zou ook de rol van Adams in de zaak-McConville aan de orde zijn gekomen.[2]