Heren van Condé
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De titel heer van Condé (-sur-l'Escaut) is een adellijke titel die sinds de twaalfde eeuw gevoerd wordt.
Er waren twee heerlijkheden van Condé-sur-l'Escaut. Condé werd in 1114 gescheiden in twee domeinen: een zogenaamd "du propriétaire" (van de eigenaar) in Vieux-Condé en een "le château" (het kasteel). Verder is Condé-sur-l'Escaut niet te verwarren met de heerlijkheid van Condé-en-Brie.
Condé "du propriétaire" ging in de veertiende eeuw naar het huis de Ligne, en daarna naar La Hamaide. De laatste de la Hamaide, Isabel de La Hamaide trouwde met Jan van Oettingen. Hun dochter Elizabeth van Oetingen erfde de heerlijkheid en huwde met Willem Roggendorf.
Condé "le château" kwam toe aan het eerste huis Avesnes. Gosuin van het tweede huis Avesnes (huis Oisy), erfde het in 1106. In 1226 ging de heerlijkheid naar het huis Châtillon door het huwelijk van Maria van Avesnes met Hugo van Châtillon. In 1329 erfde Jeanne de Châtillon (1320-1362) de heerlijkheid, die door haar huwelijk met Jacob I van Bourbon-La Marche (1319-1361) in de handen van de Armagnacs kwam, die het op hun beurt verkochten aan het huis Croÿ. In 1503 keerde het terug naar Louis La Roche-sur-Yon (1473-1520), tweede zoon van Jean VIII de Bourbon, die het verkocht aan Karel V, die het op zijn beurt schonk aan Wilhelm van Roggendorf, echtgenoot van Elizabeth van Oetingen zodat de heerlijkheid weer verenigd werd. De heerlijkheid verhuisde nog een laatste keer door het huwelijk van Jean de Croy (1588-1640) met Jeanne Lalaing (1588-1649).