Hilary Mantel
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Hilary Mantel | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Hilary Mary Mantel | |||
Geboren | 6 juli 1952 | |||
Land | Verenigd Koninkrijk | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1985-heden | |||
Bekende werken | Wolf Hall | |||
Website | ||||
|
Hilary Mary Mantel DBE FRSL (Glossop, 6 juli 1952) is een Engelse schrijfster van korte verhalen, memoires, essays en (historische) romans. Ze won twee keer de Man Booker Prize. De eerste keer in 2009 voor de roman Wolf Hall over de opkomst van Thomas Cromwell als machtigste persoon aan het hof van Hendrik VIII van Engeland en vervolgens in 2012 voor Bring Up the Bodies, het tweede deel van de Cromwell-trilogie. Mantel is de eerste Brit en de eerste vrouw die deze prijs tweemaal kreeg.
Biografie
Jeugd
Hilary Mary Thompson is op 6 juli 1952 geboren in Glossop, Derbyshire, als oudste van drie kinderen. Ze groeide op in Hadfield, Derbyshire waar ze de katholieke basisschool St Charles bezocht. Haar ouders Margaret Foster en Henry Thompson waren beiden in Engeland geboren maar van Ierse afkomst.[1] Haar ouders scheidden van tafel en bed en Mantel heeft na haar elfde haar vader niet meer gezien. De familie verhuisde naar Romiley, Cheshire, met Jack Mantel (1932-1995)[2] die bij hen was ingetrokken en haar onofficiële stiefvader werd.[3] Later nam ze ook officieel de achternaam van haar stiefvader aan. Toen ze 12 jaar oud was verloor ze haar (katholieke) geloof, dat volgens haar wel een permanente indruk heeft gemaakt. In haar memoires Giving Up the Ghost (2003) gaat ze in op deze familiegeschiedenis die een belangrijke inspriatiebron is geweest voor haar romans.
De middelbare school volgde ze op Harrytown Convent in Romiley in Cheshire. Haar latere fascinatie voor Cromwell en zijn tijdgenoten schrijft ze toe aan haar kennismaking met dit hoofdstuk in de Britse geschiedenis op die school. [4] In 1970 ging ze rechten studeren aan de London School of Economics.[5] Ze stapte over naar de University of Sheffield waar ze in 1973 afstudeerde. Gedurende haar studententijd was ze een socialist.[1]
Loopbaan
Na de universiteit werkte Mantel op de afdeling maatschappelijk werk van een geriatrisch ziekenhuis en daarna als verkoopster in een warenhuis. In 1972 trouwde ze met de geoloog Gerald McEwen. Al in 1974 begon ze te schrijven aan een roman over de Franse Revolutie, die pas jaren later zou worden uitgegeven onder de titel A Place of Greater Safety (Een veiliger oord). In 1977 verhuisden Mantel en haar man naar Botswana waar ze vijf jaar hebben gewoond.[6] Het echtpaar heeft ook vier jaar in Jeddah, Saoedi-Arabië gewoond. Over deze periode heeft Mantel memoires gepubliceerd in de London Review of Books. Later heeft ze gezegd dat het vertrek uit Jeddah de gelukkigste dag van haar leven was.[7] Na haar terugkeer in Engeland was ze filmcriticus bij The Spectator (van 1987 tot 1991),[8] en recensent voor verschillende kranten en tijdschriften in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Het echtpaar scheidde, maar hertrouwde een paar jaar later.[9]. McEwen treedt tegenwoordig op als de manager van zijn vrouw.[10]
Gezondheid
Toen ze in de twintig was kreeg Mantel last van ernstige en pijnlijke lichamelijke klachten. In eerste instantie werd geconcludeerd dat ze aan een psychiatrische ziekte leed; daarvoor werd ze opgenomen en behandeld met antipsychotica die echter juist psychotische symptomen opriepen. Na deze misdiagnose heeft Mantel jarenlang geen medische hulp meer gezocht. Toen ze in Botswana woonde raadpleegde ze zelf een medisch naslagwerk en concludeerde dat ze vermoedelijk leed aan een ernstige vorm van endometriose. Dit werd later door artsen in Londen bevestigd.
Literaire loopbaan
Haar eerste roman Every Day is Mother's Day verscheen in 1985, het vervolg daarop, Vacant Possession, een jaar later. Haar roman Eight Months on Ghazzah Street (1988) is deels geïnspireerd door haar tijd in Saoedi-Arabië en gebruikt een dreigend conflict tussen buren in een stedelijk flatgebouw om de spanningen tussen de cultuur van de Islam en het liberale westen te verkennen. Voor haar roman Fludd kreeg ze de Winifred Holtby Memorial Prize. Deze roman speelt zich af in 1956 en is gesitueerd rondom een klooster en een rooms-katholieke kerk in het niet-bestaande dorp Fetherhoughton waar een mysterieuze vreemdeling zorgt voor omwentelingen in de levens van mensen om hem heen.
A Place of Greater Safety (Een veiliger oord) (1992) werd Sunday Express Book of the Year; haar twee eerdere boeken waren ook al voor deze prijs genomineerd. Deze lange en gedetailleerde historische roman volgt het leven van de Franse revolutionairen Danton, Robespierre en Desmoulins van hun kindertijd tot hun dood tijdens het Schrikbewind in 1794.
A Change of Climate (1994) speelt zich af in landelijk Norfolk en gaat over de manier waarop Ralph en Anna Eldred hun vier kinderen opvoeden en hun leven wijden aan liefdadigheid. Een aantal hoofdstukken beschrijft hoe ze als jonggetrouwden zendelingen waren in Zuid-Afrika. Daar werden ze gevangengenomen en verbannen naar Bechuanaland waar een tragische gebeurtenis plaatsvond.
An Experiment in Love (Liefde verkennen) (1996) werd bekroond met de Hawthornden Prize. De roman speelt zich af aan een universiteit gedurende twee semesters in 1970 en volgt drie vrouwen die uit huis gaan om in Londen te gaan studeren. Margaret Thatcher komt zijdelings voor in deze roman die een verkenning is van de wensen en ambities van vrouwen - en de manieren waarop deze vaak worden gedwarsboomd. Hoewel Mantel voor dit boek materiaal uit haar eigen leven heeft gebruikt, is het geen autobiografische roman.
Haar volgende boek was The Giant, O'Brien (1998). De handeling vindt plaats rond 1780 en is gebaseerd op het leven van de reus Charles O'Brien die naar Londen gaat om zichzelf als rariteit tentoon te stellen. (Deze O'Brien heeft echt bestaan; zijn gebeente hangt in het Museum van de Royal College of Surgeons.) Het boek positioneert O'Brien en zijn tegenpool, de Schotse chirurgijn John Hunter, niet zo zeer als historische persoonlijkheden maar meer als mythische personages in een duister en gewelddadig sprookje - en als onvermijdelijke slachtoffers van de Verlichting.
In 2003 publiceerde Mantel de memoire Giving Up the Ghost. Dit boek werd door MIND, een organisatie die zich in Groot-Brittannië inzet voor meer begrip voor psychische stoornissen, verkozen tot "Book of the Year". In datzelfde jaar gaf ze ook een bundel korte verhalen uit onder de titel Learning To Talk. Alle verhalen gaan over haar kindertijd en gezamenlijk laten deze twee boeken zien hoe gebeurtenissen uit het leven van een schrijver worden omgezet tot fictie.
Mantels roman Beyond Black uit 2005 werd genomineerd voor de Orange Prize. Het verhaal speelt zich af rond de millenniumwisseling. De hoofdpersoon is Alison Hart, een professioneel medium die lijdt aan een ernstig psychisch trauma.
De roman Wolf Hall over Thomas Cromwell die minister was onder Hendrik VIII van Engeland, werd in 2009 uitgegeven en met lovende recensies ontvangen.[11] Het betekende haar literaire doorbraak. Het boek won dat jaar de Man Booker Prize.[12] De jury omschreef Wolf Hall als een "buitengewoon staaltje van vertelkunst".[13]
Het vervolg op Wolf Hall, getiteld Bring Up the Bodies (Het boek Henry), verscheen in mei 2012 en werd alom positief ontvangen. Het werd 2012 Costa Book of the Year en won de Man Booker Prize 2012. Het derde deel in de trilogie over Cromwell, The Mirror & the Light, verscheen in 2020.[14] Wolf Hall en Bring Up the Bodies werden in 2014 door Mike Poulton bewerkt voor het theater en door de BBC verfimd als een tv-serie van zes afleveringen die in 2015 werd uitgezonden onder de titel Wolf Hall.[15][16]
Mantel is de eerste Britse schrijver en de eerste vrouw die de Man Booker Prize meer dan één keer heeft gewonnen; hiermee trad ze in de voetsporen van J.M. Coetzee, Peter Carey en J.G. Farrell.[17][18][19]
Ze is ook bezig met een kort non-fictieboek met de titel The Woman Who Died of Robespierre over de Poolse toneelschrijfster Stanisława Przybyszewska. Mantel schrijft verder recensies en essays, voor The Guardian, de London Review of Books en de New York Review of Books. Het BBC-programma The Culture Show heeft in 2011 een profiel van Hilary Mantel gemaakt.[20]
Bewerkingen voor radio, theater en televisie
Mantels boek The Giant, O'Brian is bewerkt tot een hoorspel voor BBC-radio, met Alex Norton en Frances Tomelty. Wolf Hall en Bring Up the Bodies zijn in 2014 door Mike Poulton bewerkt voor het toneel en met succes opgevoerd in Londen en New York. In opdracht van de BBC bewerkte Peter Straughan de twee romans tot een tv-serie van zes afleveringen die in 2015 werd uitgezonden.[21][22]
Controverses
Commentaar op de wijze waarop de media over royalty berichten
In 2013 merkte Mantel tijdens een lezing in het British Museum over de media en koninklijke vrouwen zijdelings op dat Catherine, hertogin van Cambridge werd gedwongen om zichzelf voor te doen als een karakterloze paspop wier enige taak het was om voor een troonopvolger te zorgen.[23][24] Deze opmerkingen zorgden voor veel commotie. Oppositieleider Ed Miliband en premier David Cameron leverden kritiek op Mantel, terwijl andere prominenten het met haar eens waren.[25][26]
Thatcher-moordfantasie
In een kort verhaal uit 2014 ("The Assassination of Margaret Thatcher: 6 August 1983" - "De moord op Margaret Thatcher") schetst Mantel een (gefictionaliseerde) moordaanslag op Margaret Thatcher. In een interview met The Guardian uit september 2014 ging ze nader in op haar afkeer van de voormalige Britse premier. Thatcher-gezinden riepen op om Mantels uitspraken door de politie te laten onderzoeken.[27]
Prijzen en onderscheidingen
- 1987: Southern Arts Literature Prize voor Fludd
- 1990: Cheltenham Prize voor Fludd
- 1990: Winifred Holtby Memorial Prize voor Fludd
- 1992: Sunday Express Book of the Year voor A Place of Greater Safety
- 1996: Hawthornden Prize voor An Experiment in Love
- 2003: MIND Book of the Year voor Giving Up the Ghost (A Memoir)
- 2009: Man Booker Prize voor Wolf Hall
- 2009: National Book Critics Circle Award voor Wolf Hall
- 2010: Walter Scott Prize voor Wolf Hall
- 2010: "UK Author of the Year" voor Wolf Hall
- 2012: Man Booker Prize voor Bring Up the Bodies
- 2012: "UK Author of the Year" voor Bring Up the Bodies
- 2012: Costa Book Awards voor Bring Up the Bodies
- 2012: Costa Book Awards (Book of the Year) voor Bring Up the Bodies
- 2013: David Cohen Prize
- 2013: South Bank Sky Arts Award voor Bring Up the Bodies
Text is available under the CC BY-SA 4.0 license; additional terms may apply.
Images, videos and audio are available under their respective licenses.