Sociale zekerheid (België)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De sociale zekerheid die België kent, bestaat in hoofdzaak uit drie statuten: aan de ene kant de sociale zekerheid voor werknemers, met nog belangrijke verschillen tussen arbeiders, bedienden en ambtenaren, en aan de andere kant de sociale verzekeringen voor zelfstandigen. Huispersoneel vormt nog een aparte categorie. Daarnaast is er nog de sociale bijstand.
De sociale zekerheid vervult de volgende functies:
- bij verlies van het arbeidsinkomen (werkloosheid, pensionering, arbeidsongeschiktheid) wordt een vervangingsinkomen betaald;
- bij bepaalde 'sociale lasten' (bijkomende kosten), zoals het opvoeden van kinderen of ziektekosten, is er een aanvulling op het inkomen;
- wie onvrijwillig niet over een beroepsinkomen beschikt, ontvangt bijstandsuitkeringen zoals het leefloon.
De sociale zekerheid der werknemers omvat het geheel van de sociale prestaties waarop de sociaal verzekerden recht hebben en die tot doel hebben het arbeidsinkomen van de werknemer te vervangen of aan te vullen ten einde hem te vrijwaren tegen de gevolgen van bepaalde arbeidsrisico's, tegenover bepaalde gezins- en levensomstandigheden en sociale risico's volgens de in artikel 21 opgesomde regelingen.
— Art. 3, wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers