Ikat
traditionele Indonesische verftechniek waarbij bundels draden worden gebonden en geverfd voordat ze worden geweven / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Ikat is textiel met ingeweven motieven en de techniek waarmee dit wordt bereikt. De garens worden voorafgaand aan het weven geverfd, waarbij delen van de garens worden samengebonden of bedekt met een vloeistofafstotende stof (zoals was) zodat de kleurstof zich op die plaatsen niet kan hechten. De techniek is mogelijk duizenden jaren geleden in China ontstaan. In Nederland is het procedé bekend onder de naam ikat die in het Javaans "binden" betekent.[1] In Guatemala spreekt men van Jaspe, in Japan van Kasuri, in Thailand van Matmee of Mudmee en Oeigoeren en Oezbeken noemen het Atlas.
Men snijdt de garens op lengte en bindt ze in strengen samen. Precies afgemeten delen van een streng bindt men af en bedekt men met een vloeistofafstotend materiaal dat de verf en/of de beits (een mengsel waardoor kleurstof zich aan een vezel kan hechten) niet doorlaat. Als vloeistofafstotend materiaal gebruikt men een washoudende of andere vettige substantie. Als na het verfbad de garens droog zijn en het vloeistofafstotende materiaal is verwijderd, bindt men de strengen op andere plaatsen af en dompelt men ze in een verfbad met een andere kleur. Als dit proces meerdere keren is herhaald en de kleuren op de juiste plaatsen zijn aangebracht tekent zich bij het weven het beoogde dessin af.