Illegaliteit (Tweede Wereldoorlog)
Tweede Wereldoorlog / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Met illegaliteit ten tijde van de Tweede Wereldoorlog wordt meestal gedoeld op het geheel van groepen, personen en activiteiten waarmee op alle mogelijke manieren verzet werd geboden tegen de Duitse bezetter, het gezag werd ondermijnd, of burgers werden beschermd tegen zware straffen van het totalitaire régime, zoals moord op grond van politieke of godsdienstige overtuiging.[1][2] Het begrip illegaal moet worden opgevat in het licht van de regels die de bezetter oplegde; naar de normen van het Belgisch en Nederlands recht dat vóór en na de bezetting gold, waren de meeste handelingen niet onrechtmatig of illegaal.
Kranten verschenen illegaal, persoonsbewijzen en voedselbonnen werden gestolen en vervalst en mensen die moesten onderduiken werden geholpen met schuilplaatsen, transport en voedsel.
Een ander veelgebruikt begrip is het verzet, maar daaronder werden tot ongeveer 2010 door de belangrijkste Nederlandse historici alleen gewelddadige of gewapende weerstand gerekend.[3] Hier waren vooral mannen actief, bij de organisatie van onderduik en verzorging van onderduikers, waren meer vrouwen betrokken.[4]
Netwerken ontstaan in de illegaliteit en het verzet in Nederland hebben na de Tweede Wereldoorlog grote invloed gehad op het Nederlandse maatschappelijke leven. Zo heeft de illegaliteit bijvoorbeeld de aanzet gegeven tot de doorbraakgedachte met vele samenvoegingen op politiek en sociaal terrein, zoals de Partij van de Arbeid.