L.B. Meaders (schip, 1967)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De L.B. Meaders was een pijpenlegger en kraanponton dat in 1967 werd gebouwd bij Mitsui Engineering & Shipbuilding in Tamano voor Brown & Root. Het was een zusterschip van de Hugh W. Gordon.
L.B. Meaders | ||||
---|---|---|---|---|
De L.B. Meaders en George R. Brown tijdens een tandemhijs van een deksectie voor een productieplatform. Aan stuurboord van de L.B. Meaders is de helling met pijpenleginstallatie te zien | ||||
Geschiedenis | ||||
Werf | Mitsui Engineering & Shipbuilding in Tamano, Japan | |||
Bouwnummer | F-159 | |||
Datum oplevering | 1967 | |||
Omgedoopt | L.B. Meaders DLB 269 | |||
Eigenaren | ||||
Eigenaar | Brown & Root | |||
Algemene kenmerken | ||||
Type | Kraanponton en pijpenlegger | |||
Lengte | 122 m | |||
Breedte | 30,5 m | |||
|
Voor het Viking Transportation System, de pijpleiding van het Viking-veld van Conoco naar de Viking Gas Terminal bij Mablethorpe, werd in 1971 aan boord van de L.B. Meaders voor het eerst gebruik gemaakt van semi-automatisch lassen, wat een hogere snelheid en constantere kwaliteit betekende.
In 1973 kreeg het schip bij de RDM een kraan van 250 shortton die bij dezelfde werf al in 1975 werd vervangen door een 800 tons Clyde die 1100 shortton vast kon hijsen. Op 28 augustus 1973 kwam er op de Noordzee een duiker van Taylor Diving om, Paul Havlena.
De L.B. Meaders voerde met de E.T.P.M. 1601 in Loch Fyne in april 1976 een tandemhijs van 1870 ton uit voor een module op de betonnen Sea Tank TP1 voor het Frigg-veld die te groot was om als enkele hijs uitgevoerd te worden.
In 1977 ging Brown & Root in Mexico een joint-venture aan met Grupo Consorcio de Fabricaciones y Construcciones (Grupo CFC) van Félix Cantú Ayala en vormde zo Corporacion de Construcciones de Campeche (CCC) waarin de L.B. Meaders werd ondergebracht.