Maagdenpalm
geslacht uit de subtribus Vincinae / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Maagdenpalm (Vinca) is een geslacht van vier groenblijvende struiken uit de maagdenpalmfamilie (Apocynaceae).
Maagdenpalm | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Grote maagdenpalm | ||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
geslacht | ||||||||||||||||
Vinca L. (1753) | ||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||
Maagdenpalm op Wikispecies | ||||||||||||||||
|
Het geslacht komt van nature voor in Europa, Noordwest-Afrika en Zuidwest-Azië.
De lange, slingerende takken worden 1-2 m lang maar komen niet meer dan 20-40 cm boven de grond. De takken schieten gemakkelijk wortel waar ze de grond raken. De plant verspreidt zich hierdoor gemakkelijk.
De bladeren zijn overstaand, breed lancetvormig tot ovaal en 1-9 × 0,5-6 cm groot.
De bloemen worden vrijwel het gehele jaar door geproduceerd. Ze hebben dezelfde vorm als die van de Phlox, enkelvoudig, 2,5-7 cm breed, met vijf ongebruikelijk paars/violette (soms witte) kroonbladen. De kroonbladen komen aan de voet samen en vormen dan een buis.
De twee soorten kleine maagdenpalm (Vinca minor) en grote maagdenpalm (Vinca major) zijn populaire tuinplanten. Zij worden aangeplant om hun groenblijvende bladeren en hun paarse bloemen.