Oekraïense presidentsverkiezingen 2004
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
In de herfst van 2004 kwam er een einde aan de tweede ambtstermijn van de Oekraïense president Leonid Koetsjma. Een derde ambtstermijn voor Koetsjma, die vanaf 1994 aan de macht was geweest, zou in strijd zijn geweest met de Oekraïense wet, waardoor hij niet kon deelnemen aan de Oekraïense presidentsverkiezingen van 2004, waarvan de eerste ronde plaatsvond op 31 oktober.
Oekraïense presidentsverkiezingen 2004 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 26 december 2004 (Derde ronde) | ||||||
Land | Oekraïne | ||||||
Nieuwe president | Viktor Joesjtsjenko | ||||||
Vorige president | Leonid Koetsjma | ||||||
Opvolging verkiezingen | |||||||
| |||||||
|
Het belang van de verkiezingen voor de toekomst van Oekraïne was groot: Koetsjma was hoofdzakelijk de president geweest van een groep grote industriëlen, de zogenaamde oligarchen, en had een sterk op Rusland gerichte koers gevaren. De belangrijkste scheidslijn in de Oekraïense politiek was lange tijd vooral de vraag geweest of men voor of tegen Koetsjma was. Bovendien had Koetsjma de macht van de president tot bijna dictatoriale proporties uitgebouwd. De verkiezingen van 2004 bepaalden dan ook niet alleen wie de nieuwe machthebber zou worden, maar zouden ook een keuze inhouden voor de richting waarin Oekraïne in de toekomst zou gaan: het Westen of Rusland.
Deze twee richtingen werden vertegenwoordigd door de twee belangrijkste kandidaten in de verkiezingen. De zittende premier Viktor Janoekovytsj stond voor een pro-Russische koers en werd gesteund door zowel Rusland als de gevestigde macht in Kiev. Zijn voornaamste tegenstrever was de meer op Europa en de Verenigde Staten georiënteerde ex-premier en oppositieleider Viktor Joesjtsjenko. Andere kandidaten zouden niet boven 6% van de stemmen uitkomen.
De verkiezingsstrijd vond plaats in een verhitte sfeer en werd gekenmerkt door intimidatie, geweld, manipulatie van de media en wederzijdse beschuldigingen. De staatsmedia besteedden vrijwel uitsluitend aandacht aan de campagne van Janoekovytsj, terwijl de oppositie in haar functioneren werd gedwarsboomd door middel van onder meer razzia's en inperking van het recht op vergadering. Zowel president Koetsjma als de Russische president Vladimir Poetin zetten zich actief in voor Janoekovytsj. Vooral in regeringsgetrouwe oblasten stond het staatsapparaat in hoge mate in dienst van de campagne van Janoekovytsj en was van de campagne van andere kandidaten nauwelijks iets te merken. De oppositie moest het dan ook vooral hebben van direct contact met de kiezer in de vorm van openbare bijeenkomsten en dergelijke. Tekenend voor de sfeer tijdens de verkiezingen was de plotselinge ziekte van Joesjtsjenko begin september; deze werd door hemzelf uitgelegd als een poging van zijn tegenstanders hem te vergiftigen en bleek later inderdaad het gevolg te zijn van een extreem hoge concentratie dioxine.
De tweede ronde vond plaats op 21 november tussen Janoekovytsj en Joesjtsjenko. De officiële uitslag, zoals bekendgemaakt op 23 november, was in het voordeel van Janoekovytsj, maar al snel kwamen beschuldigingen van fraude, zowel van de kant van Joesjtsjenko als van internationale waarnemers. Dit leidde tot een politieke crisis en een golf van massale protesten, die als de Oranjerevolutie de geschiedenis in zou gaan. De aanwijzingen voor grootschalige verkiezingsfraude stapelden zich in hoog tempo op en op 3 december verklaarde het Oekraïense Hooggerechtshof de tweede ronde van de verkiezingen ongeldig. Op 26 december vond een nieuwe tweede ronde plaats, die met een ruime meerderheid door Joesjtsjenko werd gewonnen.