Pantheïsme
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Pantheïsme (Grieks: πάν, pan = alles; θεος, theos = God) is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend, het heelal, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus niet in een persoonlijke of antropomorfe god. In de meest strikte zin betekent het: gelijkstelling van God aan de wereld en al het bestaande. In elk van zijn verschijningsvormen is het dus monistisch, al is monisme daarom niet steeds pantheïsme.
Pantheïsme werd populair in de moderne tijd vanwege het theologische en filosofisch werk van de 17de-eeuwse filosoof Baruch Spinoza, wiens Ethica (1678) een antwoord was op René Descartes' beroemde dualistische theorie dat het lichaam en de geest zijn te scheiden. Spinoza had de opvatting dat geest en stof één zijn, en beide attributen zijn van een oorspronkelijke substantie, God. Tijdens de romantiek ervoer dit pantheïsme een heropleving en zorgde onder meer voor de Pantheismusstreit.