Pianoconcert (Alnæs)
Alnæs / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Eyvind Alnæs voltooide zijn enige Pianoconcert in 1914.
Pianoconcert | ||||
---|---|---|---|---|
Componist | Eyvind Alnæs | |||
Soort compositie | pianoconcert | |||
Gecomponeerd voor | piano,orkest | |||
Toonsoort | D majeur | |||
Opusnummer | 27 | |||
Compositiedatum | 1913/1914 | |||
Première | 7 februari 1914 | |||
Duur | 32 minuten | |||
Vorige werk | opus 26: Tre sange til tekster af Viggo Stuckenberg | |||
Volgende werk | opus 28: Vier liederen | |||
Oeuvre | Oeuvre van Eyvind Alnæs | |||
|
In Europa kwam de klassieke muziek van de 20e eeuw op gang, maar nog niet zo zeer in Scandinavië. Daar bleef men behoudend componeren, meestal gedwongen door de beperkte middelen. Daarbij kwam dat het muziekleven grotendeels in de slagschaduw van Edvard Grieg stond. Alnæs was een beoogd opvolger van Grieg, maar door de armoede in zijn land, kwam zijn muzikale loopbaan als componist nooit geheel van de grond. Dat was ook het geval met zijn enige pianoconcert. Net als Christian Sinding schreef Alnæs talloze stukjes voor piano, maar beider pianoconcerten scoorden niet.
Alnæs schreef in de traditionele romantische stijl zijn driedelig pianoconcert, dat in de verte doet denken aan pianoconcerten van andere componisten, met name Sergej Rachmaninov. Uiteraard dan wel gelardeerd met Noorse franje. De drie delen zijn:
- Allegro moderato
- Lento
- Allegro assai (Tempo di valse)
De eerste uitvoering was weggelegd voor Johanne Stockmarr met het orkest van het Nationaltheatret op 7 februari 1914, nu eens niet geleid door Johan Halvorsen, maar door de componist zelf.
Alnæs schreef zijn pianoconcert voor
- solo piano
- 2 dwarsfluiten, 2 hobo’s, 2 klarinetten, 2 fagotten
- 4 hoorns, 2 trompetten, 3 trombones (3 ook bastrombone), 1 tuba
- pauken
- violen (8 eerste, 7 tweede), 6 altviolen, 5 celli, 6 contrabassen