Piip
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Piip (Russisch: Пийп) is een onderzeese vulkaan voor de oostkust van het Russische schiereiland Kamtsjatka, in de westelijke Beringzee, op 140 tot 150 kilometer van de as van de Aleoetentrog. De vulkaan bestaat uit een aantal kegels die oplopen vanaf 2500 meter diepte. Er zijn twee pieken; een noordelijke met een top op 352 meter diepte en een zuidelijke met een top op 447 meter diepte die met elkaar zijn verbonden door een zadel op maximaal 820 meter diepte. Uit echogrammen blijkt dat de toppen hydrothermische activiteit vertonen, waarbij uit de noordelijke koepel een constante gaswolk (black smoker) opstijgt tot ongeveer 300 meter boven de bodem van de krater. De vulkaan werd pas in 1984 ontdekt en is vernoemd naar de Sovjet-Russische vulkanoloog Boris Piip.
Piip | ||||
---|---|---|---|---|
Hoogte | -352 m | |||
Coördinaten | 55° 25′ NB, 167° 19′ OL | |||
Ligging | Beringzee | |||
Type | onderzeese vulkaan | |||
Laatste uitbarsting | 5050 v. Chr.? | |||
(en) Global Volcanism Program, Smithsonian Institution | ||||
|
Op de oostelijke koepel van de noordelijke kegel zijn anhydriete uitstulpingen gevonden tot 1,5 meter hoog. Tefrochronologisch onderzoek op de Komandorski-eilanden lijkt erop te wijzen dat de laatste tefra mogelijk een paar eeuwen geleden werd geproduceerd. De zuidelijke krater wordt bezet door een lavakoepel en op de toppen en hellingen van de vulkaan bevinden zich nog meer adventiefkegels en andere kegels.