Praalgraven van Filips de Stoute, Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren
Bourgondische grafmonumenten / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De praalgraven van Filips de Stoute, Jan zonder Vrees en Margaretha van Beieren bevinden zich in het Musée des Beaux-Arts in de Franse stad Dijon. Het museum is een deel van het paleis van de hertogen van Bourgondië.
Het praalgraf van Filips de Stoute werd tussen 1386 en 1411 vervaardigd door Jean de Marville, Claus Sluter, Claus de Werve en hun ateliers. Oorspronkelijk was Filips afgebeeld met een harnas, dat men bij de restauratie van 1820 verving door een mantel. Alle attributen die de luister van het Huis Valois kracht moeten bijzetten zijn aanwezig: een kroon, een scepter, een cavaleriehelm versierd met fleur de lys, heraldiek en een leeuw, symbool van moed.
Het praalgraf van Jan zonder Vrees (zoon van Filips de Stoute) en Margaretha van Beieren is van de hand van Juan de la Huerta, later afgewerkt door Antoine Le Moiturier en gerealiseerd tussen 1443 en 1470. De zwarte marmer in de praalgraven komt uit de streek van Dinant.
Ze bevinden zich in de Grote Zaal dat vroeger diende als staatsievertrek. Vanaf de 17e eeuw wordt dit grote vertrek een zaal van de wacht. De praalgraven, oorspronkelijk in het kartuizerklooster van Champmol, zijn hier sinds 1827 tentoongesteld.