Prinsbisdom Konstanz
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Het prinsbisdom Konstanz was een tot de Zwabische Kreits behorend bisdom binnen het Heilige Roomse Rijk.
Hochstift Konstanz | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel van het Heilige Roomse Rijk | |||||
| |||||
| |||||
Kaart | |||||
Algemene gegevens | |||||
Hoofdstad | Konstanz, na 1526 Meersburg | ||||
Oppervlakte | 400 km² (1802) | ||||
Bevolking | 14 000 (1802) | ||||
Talen | Duits | ||||
Religie(s) | Rooms-katholiek | ||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | Prinsbisdom |
In 590 wordt in Konstanz, dat gelegen is op de plaats van het Romeinse castellum Constantia, een bisdom gesticht. Het bisdom is het grootste bisdom van Duitsland en behoort aanvankelijk tot de kerkprovincie Besançon en sinds de achtste eeuw tot de kerkprovincie Mainz.
In 1155 wordt de proosdij Öhringen ingelijfd, maar in 1192 gaat de stad Konstanz verloren, die zich ontwikkelt tot een rijksstad. Het lukt de bisschop door de tegenwerking van Oostenrijk en Beieren slechts een klein prinsbisdom te vormen, dat aan beide zijden van het Bodenmeer ligt. In 1497 wordt de heerlijkheid Bohlingen verworven van de graven van Sulz.
Als de rijksstad Konstanz in 1526 de reformatie invoert, wordt de bisschoppelijke residentie verlegd naar Meersburg.
In 1534 wordt het klooster Öhningen bij het bisdom ingelijfd en in 1540 de rijksabdij Reichenau. De heerlijkheid Rosenegg met het dorp Rielasingen wordt in 1610 gekocht van de vrijheer van Mörsperg. Van de abdij Sankt Gallen wordt in 1749 de heerlijkheid Homburg gekocht. Homburg valt onder de landshoogheid van het Oostenrijkse landgraafschap Nellenburg.
Paragraaf 5 van de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803 voegt het (prins)bisdom Konstanz bij het keurvorstendom Baden. Een klein deel van het prinsbisdom komt aan de Helvetische Republiek.
Het bisdom (diocees) Konstanz wordt in 1821 opgeheven ten gunste van het nieuwe aartsbisdom Freiburg.