Que
historisch land / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Que (ook Qu'e, Qawe, Quwe, Adanawa of Hiyawa[1]) was een Neo-Hettitisch vorstendom.
Na de val van Hattusa en het Hettitische Rijk rond 1180 v.Chr. ontstonden er een aantal kleinere Hettitische staten en Que was daar een van. Het vorstendom was gelegen in het vruchtbare, vlakke deel van Cilicië wat later Cilicia Campestris genoemd zou worden. De annalen van Assyrië onderscheiden het van Hilakku in de naburige bergachtige Cilicia Tracheia. Voorheen lag tussen beide de grens tussen de Hettitische vazalvorstendommen Tarhuntassa en Kizzuwatna. Het gebied had lange tijd nog een Luwisch-Hurritisch karakter. Er zijn geen aanwijzingen van een Aramese invloed ten westen van de Amanus in Que, Hilakku en Tabal voor hun inlijving in het Assyirische Rijk rond 700 v.Chr.[2]
Mogelijk wordt Que genoemd in de Bijbel (1 Kon 10:28 en 2 Kron 1:16) als een plaats waarvandaan Salomon paarden betrok, maar dit is verre van zeker. In Babylonische teksten wordt het Hume genoemd. De hoofdstad van Que werd eerst Ataniya en later Adana(wa) genoemd en dit komt overeen met de huidige stad Adana in het zuiden van Turkije. Er zijn belangrijke tweetalige inscripties gevonden in dit gebied. Ze zijn tweetalig in hiërogliefisch Luwisch en in Fenicisch. Later zijn nog meer tweetalige Luwisch-Fenicische teksten gevonden: in 1986 bij Ivris van de koning Warpalawas en in 1998 in Çineköy van Warikas (Urikki) van Que, waarin hij de officiële status van het Fenicisch als tweede taal in zijn land bevestigt.[3]