Rijksdagbrandverordening
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De Rijksdagbrandverordening (Reichstagsbrandverordnung), officieel: Verordening van de Rijkspresident ter bescherming van volk en staat (Duits: Verordnung des Reichspräsidenten zum Schutz von Volk und Staat), was een verordening die op 28 februari 1933 werd ingesteld naar aanleiding van de Rijksdagbrand, die, zo beweerden de nazi's, door een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, in opdracht van communistische samenzweerders gepleegd zou zijn. De verordening stelde de belangrijkste burgerrechten zoals vastgelegd in de Grondwet van Weimar buiten werking. Aangezien de nazi's sleutelposities in de regering innamen, konden zij het decreet als juridische basis gebruiken om hun tegenstanders gevangen te zetten en publicaties die als gericht tegen het nationaalsocialisme werden beschouwd, te verbieden.
Deze verordening wordt samen met de Machtigingswet van 24 maart 1933 door historici gezien als een essentiële stap naar het einde van de democratie en de volledige machtsovername door Adolf Hitler.