Rookworst
Nederlands soort worst / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Rookworst of Gelderse rookworst is een traditioneel Nederlands product, waarbij een mengsel van gemalen vlees, specerijen en zout in een omhulsel wordt gestopt. De zo ontstane worst werd vervolgens gerookt om deze te conserveren. Tegenwoordig rookt men dit vleesproduct meer vanwege de gewaardeerde smaak. Nog zeker 100 slagers produceren in Gelderland en Zuid-Holland ambachtelijke rookworst.[1] Deze is herkenbaar aan een ingedroogde druppel aan het uiteinde van de worst.[2]
Aangenomen wordt dat Gelderse rookworst in de achttiende eeuw furore begon te maken in Nederland. Het kookboek De Volmaakte Gelderse Keuken-Meid (1756) geeft uitvoerige aanwijzingen hoe men voor het roken van worst in de schoorsteen of rookkamer eiken- of beukenhout moet gebruiken. Gelderland, de enige provincie die in ruime mate over zulk hout kon beschikken, werd het meest vermaard om zijn rookworst. Rond 1900 rookte vrijwel iedere boer zelf de slacht in de schouw.[3]
De rookworst is onlosmakelijk verbonden met Nederlandse gerechten, vooral met erwtensoep (snert) en stamppotten. Traditioneel werden worsten in de slachtmaand november gemaakt. En omdat november tevens de maand is dat boerenkool wordt geoogst, werd dit een klassieke combinatie. Geserveerd met mosterd wordt rookworst ook gegeten als borrelhap.