Magnitude
helderheidsmaat in de astronomie / Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
Magnitude (ook wel grootteklasse) is de helderheid van een ster of ander hemellichaam, uitgedrukt op basis van een logaritmische schaal. Magnitude betekent letterlijk grootte of omvang. Hierbij is het volgende te onderscheiden:
- de absolute helderheid wordt bepaald door de eigenschappen van het hemellichaam;
- de schijnbare of waargenomen helderheid hangt af van de absolute helderheid, maar ook van de afstand tot de waarnemer en eventueel verstrooiing, absorptie en zwaartekrachtlenzen.
Dit artikel gaat over sterrenkunde. Voor de magnitude van aardbevingen, zie Momentmagnitudeschaal.
Het hier gebruikte begrip helderheid moet niet verward worden met dat van Helderheid (beeld), uitgedrukt in candela, waarbij de schaal niet logaritmisch is.
Het hier gebruikte begrip helderheid moet niet verward worden met dat van Helderheid (beeld), uitgedrukt in candela, waarbij de schaal niet logaritmisch is.
Hoe groter de helderheid, hoe kleiner het magnitudegetal. Bij kans op verwarring kan men beter zeggen "heeft een kleiner magnitudegetal" dan "heeft een kleinere magnitude".