De Slag bij Schellenberg of Slag bij Donauwörth was een veldslag op 2 juli 1704 in de Spaanse Successieoorlog. Marlborough trachtte de hoofdstad Wenen van de Habsburgse monarchie te verdedigen tegen de opmars van koning Lodewijk XIV van Frankrijk en troepen uit Beieren. Marlborough was vertrokken uit Bedburg bij Keulen op 19 mei en had 250km gemarcheerd. In vijf weken had hij zijn troepen bij die van markgraaf Lodewijk Willem van Baden-Baden gevoegd en was dan de Donau gevolgd. Het doel was om keurvorst Maximiliaan II Emanuel van Beieren ertoe aan te zetten om over te lopen van Lodewijk XIV naar de Grote Alliantie. Daartoe moesten de geallieerden eerst een bruggenhoofd over de Donau innemen en Marlborough koos daartoe Donauwörth uit.
Snelle feiten Onderdeel van de Spaanse Successieoorlog, Datum ...
Toen Maximiliaan II Emanuel van Beieren en maarschalk Ferdinand de Marsin het plan doorgrondden, stuurden ze vanuit Dillingen de Piëmontese officier graaf Jean-Baptiste d'Arco vooruit met 12.000 man om de hoogten van Schellenberg te verdedigen. Omdat versterking op komst was had Marlborough geen tijd voor een belegering en koos hij voor een bestorming. Na twee mislukte pogingen konden de geallieerden de verdedigers overrompelen. Na twee uur was het bruggenhoofd gevestigd. De geallieerden verwoestten land in Beieren, maar keurvorst Maximiliaan II Emanuel van Beieren ontweek het gevecht en liep niet over. Toen maarschalk Tallard aankwam met versterking en prins Eugenius van Savoye de Rijn overstak om de geallieerden te versterken, volgde een maand nadien de beslissende Slag bij Blenheim.